Langdurige opname van je drukke kind voor psychologische observatie: wat gaat er gebeuren?

Anderhalve week na het bezoek aan de kinderpsychiater krijg ik een telefoontje van van de Riagg: “Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Max kan voor observatie van zijn gedrag naar de Klipper in Amsterdam Zuidoost.

Het slechte nieuws is dat er een wachtlijst is van ongeveer vier weken en we dus niet kunnen zeggen wanneer hij opgenomen gaat worden voor het onderzoek. Het hangt af van de doorstroming van andere kinderen.

Je zult tot die tijd dus moeten volhouden met Max. Ik bel je weer zodra we meer weten.”

Onderweg naar de Bascule

Voordat het zover is, worden Max en ik opgeroepen voor een kennismakingsgesprek bij de Bascule in Amsterdam Zuidoost. De Bascule is verbonden aan het Amsterdam UMC en is een academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie voor kinderen met uiteenlopende stoornissen, zoals autisme-aanverwante stoornissen en gedragsstoornissen. Ze bieden dagopvang en interne opvang.

Net op tijd bij de kinderpsychiatrie

De locatie waar ik met Max naar toe moet, heet De Klipper en is een nood- of crisisafdeling in Amsterdam Zuidoost. Ik volg op de A9 de borden AMC en kom na 20 minuten op een grotendeels braakliggend terrein aan.

Rond het AMC wordt hard gewerkt aan de infrastructuur, de bewegwijzering is daardoor slecht. Ik zet de auto op een van de schaarse vrije plaatsen en - zonder het te weten - veel te ver van het hoofdgebouw van de kinderpsychiatrie.

Hierdoor maak ik het mijzelf onnodig moeilijk met Max op tijd te komen. Hij wil zoals gewoonlijk weer eens niet meelopen en is erg dwars. Om de weg af te snijden struin ik met hem door het zand.

De laatste paar honderd meter draag ik hem op mijn rug. Eindelijk zie ik een klein bordje waarop staat: kinderpsychiatrie.

Eerste indruk

We komen maar net op tijd aan. Ik meld me bij de balie. De portier belt een nummer en vraagt me te wachten. Dit geeft me tijd om rond te kijken en een eerste indruk op te doen. Rechts van mij in de hoek is een keuken van waaruit een kooklucht zich verspreidt door het gebouw.

Er loopt een schoonmaker met zijn poetskar voor ons langs, hij heeft geen haast. Er lopen ook veel verschillende soorten mensen rond, waarvan ik me bij elk gezicht afvraag wie er gek is en wie normaal.

Hoe voelt je kind zich hier?

Het gebouw is saai en kil. Het klinkt lawaaiig. Van binnen zijn de kleuren voornamelijk groen, de inrichting is oud. Achter mij bevindt zich op een halve meter lagere vloer een grote kantine voor het personeel. Aan een balie schenkt een dame een kopje koffie in voor een medewerker en kletst wat.

Het intake-gesprek voor de opname: Max even apart 

Max zit relaxed op mijn knie. Geduldig wachten we tot we opgehaald worden. Dan neemt een secretaresse ons mee. Ze loopt voor ons de trap op naar een kantoortje waar de psychiater, een ouderbegeleider, sociotherapeut en een dame van de Riagg al op ons zitten te wachten.

 We krijgen iets te drinken aangeboden en de aanwezigen stellen zich aan ons voor. Tijdens het gesprek horen we wat we mogen en kunnen verwachten. Vervolgens wordt Max door een sociotherapeut meegenomen naar een apart speelkamertje.

Observatieplan voor een kind: zes tot twaalf weken opname

De aanwezigen lichten mij in over de behandeling. Ik moet mijn toestemming geven voor bepaalde verrichtingen die men op de groep gebruikt. Een daarvan is het inwikkelen van een kind in een deken als hij buiten zinnen is en het afzonderen in een zogenaamde stille kamer bij overdreven gedrag.

Daarnaast willen ze dat ik ervoor teken om de medewerkers zo veel mogelijk bij te staan en mee te werken met hun werkwijze. Het plan is dat Max hier minimaal zes tot maximaal twaalf weken wordt opgenomen ter observatie en om de diagnose te stellen.

Daarna wordt pas gekeken hoe de behandeling verder zal verlopen.

Ze vertellen dat er acht kinderen en twaalf sociotherapeuten op een leefgroep werkzaam zijn en dat Max elk weekend of om het weekend naar huis mag. Ik mag Max elke woensdagmiddag ophalen en meenemen voor een uitje én elke donderdagavond na het avondeten en voor het slapen anderhalf uur met hem spelen en hem voorlezen.

Voor de woensdagmiddag krijg ik meteen al tips over wat er in de buurt zoal te doen is: McDonald's, winkelcentrum de Amsterdamse Poort, het schooltje met speelvelden en Ikea.

Onwerkelijk: je kind wordt langdurig opgenomen voor psychologische observatie

Ik neem alles wat ik hoor goed in me op. Het klinkt allemaal vastberaden en mooi, maar het lijkt ook zo ver van mijn bed. Alsof het niet over ons gaat. Wellicht krijg ik dit onwerkelijke gevoel ook, omdat ze me niet precies kunnen vertellen wanneer Max opgenomen zal worden. De ouderbegeleider adviseert me om Max pas in te lichten als de opnamedatum bekend is. En om pas drie dagen voor de opname kennis te komen maken op de groep.

Als het gesprek is beëindigd, alle vragen zijn gesteld en antwoorden zijn gegeven, kunnen we weer naar huis. Ik denk niet dat Max begrijpt wat er met hem gaat gebeuren. Ik hou angstvallig in het midden hoe lang de periode duurt dat Max hier gaat logeren. Ik heb zoveel medelijden met hem.

Dit wil ik delen met jou

Nog steeds barst ik in tranen uit als ik dat eerste gevoel terughaal dat me bekruipt als ik het gebouw betreed. Het geeft me kippenvel. Ik besefte dat dit de omgeving was waar ik mijn  kind moest gaan achterlaten. Het was een compleet nieuwe en vreemde wereld en ik zocht er houvast. Voor mijn kind en voor mezelf. Niets was goed genoeg.

Hartverscheurend: ik moest mijn kind loslaten

De gedachte om mijn kind los te laten en een tijd lang niet bij mij thuis en in de buurt te hebben, verscheurde mijn hart. Maar ik deed het toch. Het was nodig voor zijn en onze toekomst.

Dat Max op het moment van deze eerste kennismaking met de Klipper zelf niet realiseerde dat dit de komende maanden zijn onderkomen zou zijn, en zijn moeder niet altijd dichtbij was, was misschien nog wel het meest pijnlijk.

Ik weet ook niet of ik dit nu, na al die jaren, anders had moeten doen. Had ik hem al op voorhand moeten vertellen dat hij een tijd lang niet thuis bij mama kon zijn? Ik denk het niet.

Berusting in het lot

Volgens mij was ik beduusd door de hele situatie. Het was zo overweldigend allemaal. Ik hield me onbewust groot en liet alles over me heen komen. Ik was vooral in gevecht met mijn eigen gedachten: wat doe ik mijn kind aan? Helder denken, dat was er even niet bij. Dat ik in de wachtkamer al door een bril keek waardoor ik mensen beoordeelde of ze gek waren of niet zegt genoeg. Dat is natuurlijk stigmatiserend, oneerlijk en onterecht. Mijn eigen kind zou er immers ook gaan rondlopen. Het is bizar dat zo’n gedachte bij me opkwam, maar het was hoe ik op dat moment de wereld zag.

Alles voor het hogere doel

Ik realiseer me nu dat ik de confrontatie niet kon opzoeken. Ik berustte in het lot. De muur die ik deze dag om me heen bouwde, heeft me erdoorheen gesleept. Wat de therapeuten vertelden was belangrijk en zakelijk. Ik worstelde met mijn emoties, maar liet het over me heen komen. Ik had weinig keuze. Sterke mannen en vrouwen kunnen dat: alles voor het hogere doel.


Je kind komt in aanmerking voor langdurige opname voor psychologische observatie.

Herken jij jezelf of je kind in dit verhaal? 

Wil je jouw ervaring delen met andere ouders of wil je zelf tips krijgen? Meld je aan bij ons Ouderportaal. Het Ouderportaal is de plek waar ouders met een kind met gedragsproblemen of stoornis elkaar vinden voor steun en advies. Misschien zie ik je daar?