Mijn kind woont in een pleeggezin
Als jouw kind gaat wonen in een pleeggezin gebeurt dat niet zomaar. Daar gaat een hele geschiedenis aan vooraf. Waar lopen ouders tegenaan als hun kind gedwongen uit huis wordt geplaatst? Melanie vertelt wat zij heeft meegemaakt. Ze hoopt dat ouders in een zelfde situatie iets aan haar verhaal hebben. En dat het jeugdzorgsysteem in Nederland wordt aangepast.
Het verhaal begint bij haarzelf. ‘Ik ben zelf mishandeld door mijn ouders. Mijn vader sloeg me. Het was niet gezellig bij ons thuis en mijn ouders maakten veel ruzie. Toch ben ik ervan overtuigd dat mijn ouders dachten dat ze het goed deden.’
Op haar 19e werd Melanie zwanger, maar de relatie die ze had met de vader van haar zoon was niet stabiel. Ze kreeg veel hulp van Veilig Thuis en van het consultatiebureau. ‘Ik vond bijvoorbeeld dat mijn zoon geen tik mocht krijgen, maar zijn vader vond dat wel ok.’
‘Ik vertel mijn verhaal zodat andere ouders in een zelfde situatie daar misschien wat aan hebben.’
Kind moet naar een pleeggezin
Melanie en haar ex-vriend waren het niet eens over de opvoeding. Dat leidde tot veel onrust en na een paar jaar gingen ze uit elkaar. Boris* was 2 toen hij door Bureau Jeugdzorg uit deze ruzie werd gehaald. Hij ging naar een crisispleeggezin. Vanaf het begin werkte Bureau Jeugdzorg aan een terugplaatsing en zowel Melanie als de vader van Boris hadden een bezoekregeling.
Boris woonde bij het pleeggezin, totdat de pleegmoeder zwanger werd. ‘De zwangerschap werd voor haar te zwaar. Boris mocht naar huis, maar ik moest wel aan strenge regels voldoen om de terugplaatsing compleet te krijgen.’
Terug naar huis
Wat er precies van haar verwacht werd, heeft ze verdrongen. ‘Ik weet nog dat alles perfect moest zijn. Ik moest zijn school regelen, vertellen hoe ik de opvoeding zou combineren met werk en wie er op Boris zou passen.’
‘Omdat zijn pleegmoeder had aangegeven dat ze het niet meer trok, kwam Boris weer bij mij wonen. Sneller dan gepland, en sneller dan mijn toenmalige vriend aankon. Hij ging enorm tekeer door die grote verandering. Daarom ging ik met mijn zoon bij mijn ouders wonen.’
Zware periode
Er breekt een zware periode aan voor Melanie. ‘Mijn ouders probeerden mijn leven te bepalen, op school vertoonde Boris onhandelbaar gedrag, zijn vader viel mij lastig en Bureau Jeugdzorg voerde de druk op. Zij wilden dat ik naar een observatiecentrum ging om de band met Boris te onderzoeken.’
Melanie had op dat moment geen baan en haar ouders wilde haar financieel niet ondersteunen. Dus toen ze een baan aangeboden kreeg, besloot ze te gaan werken in plaats van naar het observatiecentrum te gaan.
En toen gebeurde er iets wat ze nooit zal vergeten. ‘Ik kon de stress niet aan. Ik was in gesprek met mijn moeder en Boris toonde moeilijk gedrag. Ik heb hier compleet verkeerd op gereageerd en gaf hem een schop.’ Ze barst in tranen uit. ‘Ik schrok enorm van mezelf: ik vond het zó erg. Mijn moeder stond erbij – ze zei en deed niets.’
‘De veiligehid van mijn zoon is het allerbelangrijkste.’
Kind afstaan
Direct belde ze Bureau Jeugdzorg en vroeg om hulp. ‘Mijn ouders hebben mij mishandeld en ik wilde absoluut niet hetzelfde doen. Ik vroeg of Bureau Jeugdzorg tijdelijk een andere plek vrij had voor Boris. De veiligheid van mijn zoon is het allerbelangrijkste.’
Bureau Jeugdzorg belde het crisisopvanggezin waar hij eerder verbleef. Eigenlijk vangt dit gezin alleen tijdelijk kinderen op, maar ze hadden een plekje vrij en Melanies zoon mocht langer blijven. De volgende dag kwam Bureau Jeugdzorg hem halen.
Boris ging voor de tweede keer uit huis. De eerste 2 maanden mocht ze haar zoon niet zien. ‘Daarna mocht ik hem opzoeken in Dordrecht. Eerst zag ik hem eens in de 4 weken een uurtje met begeleiding erbij. Daarna was dat 1 keer in de 6 weken zonder begeleiding.’ Inmiddels mag hij eens in de 6 weken blijven logeren bij beide ouders.
Opgevangen in gezin met broertje en zusje
‘Ik ben blij dat hij is opgevangen door hetzelfde pleeggezin als de eerste keer. Hij woont in een gezin met een ouder pleegbroertje, een pleegzusje van zijn leeftijd en een jonger pleegbroertje.’
Melanie vindt het prettig dat de pleegouders ervoor zorgen dat haar zoon goed contact heeft met beide ouders. ‘Ze beseffen dat ze een kindje van een ander in huis hebben. Ze zijn aardig voor me en ik vertrouw hen. Afspraken en regels hebben we niet. Hoe kan ik hen vertellen hoe ze mijn zoon moeten opvoeden als ik het niet eens weet?!’
Maar haar zoontje kan ook niet volledig bij het pleeggezin wonen. De pleegouders hadden volgens Melanie last van Boris’ moeilijke gedrag en wilden meer rust. Ook wilden zij meer tijd doorbrengen met hun eigen kinderen. Bureau Jeugdzorg besloot om Boris elke woensdagmiddag en 1 weekend per maand naar een zorgboerderij te sturen.
Melanie was het daar totaal niet mee eens en startte een rechtszaak. Helaas verloor ze die. ‘Ik snap het niet. Ik wilde bijspringen en meehelpen met de zorg voor mijn zoon. Maar in plaats van dat mijn zoon regelmatig zijn ouders mag zien, kregen we te horen dat Boris nooit meer naar huis zou komen. En dat zonder enkel onderzoek naar onze thuissituatie.’
‘Pleegouders zorgen dat mijn zoon contact heeft met mij en zijn vader.’
Onterecht uit huis geplaatst
Dit gaf Melanie het idee dat haar zoon onterecht van haar werd weggehouden. Ze vocht keer op keer de ondertoezichtstelling (OTS) aan, omdat ze zelf weer de bevoegdheid wilde om te beslissen over haar zoon. Dat is tot op heden niet gelukt.
Inmiddels is haar zoon 9 jaar. Hij heeft een thuis bij Melanie, bij zijn vader en bij het pleeggezin. De reis die Melanie heeft afgelegd is zwaar. ‘Ik heb zo goed mogelijk mijn best gedaan en geprobeerd om mee te werken met Bureau Jeugdzorg. Zolang je meewerkt gaat het goed. Het beste is om je emoties uit te schakelen als je met Bureau Jeugdzorg te maken krijgt.’
Haar droom is dat haar zoon weer verder bij haar kan opgroeien en zo veel mogelijk tijd doorbrengt met zijn vader. ‘Voor mij is het belangrijkste dat mijn zoon gelukkig is. Ik merk dat hij dat nu niet is en daar ga je als ouder aan onderdoor.’
Daarom probeert ze momenteel via de rechtbank te regelen dat haar zoon 1 keer in de maand bij haar logeert. ‘Dat geeft het pleeggezin net zoveel vrije weekenden als nu, en dan kan de zorgboerderij komen te vervallen. Ik gun mijn zoon dat hij zijn ouders beter kan leren kennen en vanuit daar een eigen ‘ik’ kan gaan ontwikkelen.’
Als ze terugkijkt op de situatie heeft ze een grote tip voor ouders: ‘Zorg dat je mensen in je omgeving hebt die je vertrouwt en waar je op kunt bouwen, zodat je daar je kind tijdelijk kunt onderbrengen. Bureau Jeugdzorg haalt je kind weg en je krijgt hem niet meer terug. Althans dat is mijn ervaring.’
*De namen van Melanie en Boris zijn verzonnen om hun privacy te beschermen.
E-book met meer ervaringsverhalen en tips van ouders
Wil je meer lezen over ervaringen van ouders met een kind in pleegzorg? Download dan ons e-book speciaal voor ouders met een kind dat tijdelijk in een pleeggezin zit.