Welke rechten hebben ouders met een kind in een pleegzorg?
Gaat je kind naar een pleeggezin, dan vertellen instanties je vaak wat je allemaal moet doen en wat niet meer mag. Maar wat zijn eigenlijk je rechten als ouders? Of je kind nu vrijwillig bij een pleeggezin gaat wonen of verplicht in een crisispleeggezin terecht komt. Het doet altijd pijn. Je gaat als ouder door een rouwproces. Misschien heb je het gevoel alsof alles tegenzit, alsof je faalt en niet goed wordt begrepen.
Ouders hebben wel degelijk rechten als hun kinderen niet meer thuis wonen. Ook al heb je niet zelf gekozen voor de situatie.
Rechten en plichten ouders met een kind in een pleeggezin
Het eerste recht is een basisrecht van ons allemaal: vrijheid van meningsuiting. Jouw mening telt. Ook al voelt dat niet altijd zo. Stel een ondertoezichtstelling (OTS) onvermijdelijk is, dan is het goed om te weten dat alleen de kinderrechter dit besluit kan nemen. Niemand anders.
De jeugdbescherming kan dit dus niet doen, net zo min als het beëindigen van je gezag. Wat ze wel kunnen doen is aan de Raad voor de Kinderbescherming vragen om een OTS. De Raad zal dan een onderzoek doen naar jouw thuissituatie om te bepalen of het nodig is.
Recht op het geven van je mening
De Raad voor de Kinderbescherming onderzoekt de situatie van jouw gezin en bekijkt wat het beste is voor jouw kind. Een raadsonderzoeker praat bijvoorbeeld met verschillende personen, zoals een huisarts of een leerkracht. Na het onderzoek schrijft de raadsonderzoeker een rapport over jullie situatie. Hierin staat het advies aan de kinderrechter.
Vraagt de Raad om een OTS of om je kind uit huis te laten plaatsen? Dan heb je het recht om je mening te geven voordat de rechter een beslissing neemt. De kinderrechter wil jouw mening horen en die van jullie kind. Je hebt dan ook het recht om de rapportage van de Raad in te zien en je mening erover te geven. Is je kind ouder dan 12 jaar, dan moet de rechter zelfs om de mening van je kind vragen.
Vindt de kinderrechter dat je kind in gevaar komt door problemen in jullie gezin, dan kan hij beslissen om je kind onder toezicht te stellen (OTS) van een gezinsvoogd. Deze hulp moeten jij en je kind accepteren.
Dat je onder toezicht wordt gesteld, betekent niet dat je gefaald hebt als ouder. Je houdt gewoon het ouderlijk gezag en jouw toestemming blijft nodig bij het nemen van grote beslissingen voor je kind. Een gezinsvoogd heeft de intentie om je te helpen, zodat je na een tijdje zelf je kind weer kunt opvoeden.
Recht op betrokkenheid
Een ander recht dat je hebt is het recht op betrokkenheid. Volgens het AKJ, Stichting Advies- en klachtenbureau Jeugdzorg, moet de gezinsvoogd binnen 6 weken na de start van de OTS een Plan van Aanpak opstellen. Je hebt het recht om hierbij betrokken te worden. In dit plan staan de doelen, en het is de basis voor de hulp die je krijgt tijdens de OTS. Jouw mening mag aan het plan worden toegevoegd, voordat het plan definitief wordt.
Bij een OTS hoeft je kind niet altijd uit huis te worden geplaatst. Mocht de kinderrechter daar wel toe beslissen, dan heb je het recht om je kind te zien. Tenzij de kinderrechter een omgangsverbod heeft opgelegd.
Recht op contact
Na de uithuisplaatsing hebben kinderen recht op contact met hun ouders, als dat niet schadelijk voor hen is. Ouders mogen samen, of met de hulp van een gezinsvoogd, een omgangsregeling afspreken.
Bij het maken van deze afspraken wordt bepaald hoe vaak ouders hun kinderen mogen zien en waar. Er wordt dan altijd gekeken in hoeverre de contacten tussen ouder en kind in het belang zijn van het kind.
Als de kinderrechter afspraken vastlegt, moet iedereen zich daaraan houden. Ben je het er niet mee eens en vind je dat jij je kind niet vaak genoeg ziet? Dan kun je een verzoek indienen bij de kinderrechter om nog eens naar de omgangsregeling te kijken.
Ouders kunnen een verzoek indienen bij de kinderrechter om de omgangsregeling nog eens te kijken.
Wat zijn mijn rechten als ik het niet eens ben?
Ben je het niet eens met een besluit? Ben je ontevreden over je gezinsvoogd? Of klopt de rapportage of het dossier niet volgens jou? Probeer altijd hierover te praten met de gezinsvoogd of de jeugdbeschermer. Geef aan waarom je het niet eens bent en waarom.
Een dossier moet feitelijk juist zijn. Dus klopt er iets feitelijk niet, dan moet dat worden aangepast. Gaat het om een visie- of een meningsverschil, dan heb je het recht om jouw mening aan het dossier te laten toevoegen. Gebeurt dit niet? Zet je klacht op papier of vraag iemand om samen met jou het gesprek aan te gaan.
Gezinsvoogd
Het kan ook zijn dat je niet door een deur kunt met je gezinsvoogd. Dat maakte Melanie mee toen zij OTS kreeg opgelegd en haar kind naar een pleeggezin ging. ‘Ik kreeg het gevoel dat mijn gezinsvoogd me niet duidelijk vertelde wat mijn rechten en plichten waren. Ze zei wel wanneer ik op bezoek mocht, hoe lang en hoe vaak. Maar weten waar je recht op hebt? Nee hoor, dat kreeg ik niet te horen.’
Vraag een klachtgesprek aan als je er samen met je gezinsvoogd niet uitkomt
Kom je er net als Melanie niet samen uit met je gezinsvoogd, dan kun je een klachtgesprek aanvragen met de leidinggevende van de gezinsvoogd. Dit doe je door een klachtenbrief te schrijven waarin je je verhaal uitlegt. In deze brief kun je aan de leidinggevende vragen om een andere hulpverlener. Of je een andere hulpverlener krijgt, is een tweede. Het is geen recht, maar ze moeten wel je klacht serieus behandelen.
‘Probeer zo goed mogelijk mee te werken. Zo lang je meewerkt, dan gaat het goed. Heb je als ouder een andere visie, dan doen ze daar niets mee.
Relatie met een gezinsvoogd
Melanie heeft nog wel een tip hoe je het beste kunt omgaan met je gezinsvoogd. ‘Probeer zo goed mogelijk mee te werken. Zo lang je meewerkt, dan gaat het goed. Heb je als ouder een andere visie, dan doen ze daar niets mee. Dat maakt je boos. Probeer toch die emotie onder controle te houden, want zodra je boos doet krijg je minder voor elkaar. Wees als een robot zonder emoties en neem alle gesprekken op. Puur voor jezelf.’
Vind je het lastig om je mening te verwoorden? Vraag dan om hulp bij een vertrouwenspersoon. Dat kan iemand zijn van de Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) of neem zelf iemand mee die je vertrouwt.
Vraag hulp bij iemand die je vertrouwd. Iemand uit je omgeving of iemand van het AKJ
E-book met meer ervaringsverhalen en tips van ouders
Wil je meer lezen over ervaringen van ouders met een kind in pleegzorg? Download dan ons e-book speciaal voor ouders met een kind dat tijdelijk in een pleeggezin zit.