Een kind met autisme: welke tips zijn er voor de omgang met broertjes en zusjes?
Hoe regel je zaken in een gezin als een van je kinderen autisme heeft? Waar let je op als het gaat om de omgang met broertjes en zusjes? Hoe ga je als gezin om met autisme in de thuissituatie? Hoe kom je tot een goede balans in de verdeling van de aandacht?
Waarom autisme van betekenis is voor het hele gezin…
Autisme is iets om serieus te nemen. Als een van jouw kinderen autisme heeft, helpt het om dit te accepteren. Alleen dan kun je het leven samen zo inrichten, dat het leefbaar wordt voor iedereen in het gezin.
Je kind met autisme zal een weg moeten vinden om een plek te vinden in de samenleving. Maar ook de andere leden van het gezin moeten met autisme leren omgaan. Je hebt als gezin aanpassing nodig aan het gedrag van je autistische kind. Doe je dat niet, dan blijft de stress zich opstapelen voor iedereen in het gezin. Voor je kind met autisme is het een stuk lastiger om zich aan te passen.
Waarom kan dit lastig zijn voor broertjes en zusjes?
Zeker op jonge leeftijd, dus voor broertjes en zusjes, is het moeilijk om met autisme van een ander gezinslid om te gaan. Vanuit hun perspectief is vooral dit lastig:
- Het contact is anders: het kan lijken alsof je autistische broer of zus geen contact met je wil, heel anders dan hoe je het ervaart met klasgenoten, vriendjes en vriendinnetjes
- Spanning in het gezin: je ziet de (dagelijkse) worsteling van je ouders met je autistische broer of zus
- De beperkingen in activiteiten: in gezinsverband kun je niet alles samen met elkaar zo maar doen
- De aandacht: je kunt het gevoel hebben dat alle aandacht naar je autistische broer/zus gaat in plaats van naar jou
- Schaamte: je kunt je wellicht schamen voor het gedrag van je broer/zus, bijvoorbeeld als het gaat om aanvallen van woede of angst
- Zorgen: je ziet dat hij/zij gepest wordt en wilt daarbij in de bres springen, of je piekert al over de toekomst als papa en mama dood zijn
Sven bepaalt het dagje uit
Het autistische kind in het gezin kan bepalend zijn in de uitjes samen, zoals in het voorbeeld van Sven.
Sven (8) heeft autisme. Zijn broer Dan (11) en zus Eileen (13) willen graag naar de Efteling. Sven wil ook heel graag mee maar is bij het vooruitzicht erop in de stress geschoten. Vader Tom en moeder Anna breken zich het hoofd hoe ze de dag in goede banen kunnen leiden. Ze bedenken een plan dat ook Sven zou moeten passen. Dat betekent vroeg weg om de drukte voor te zijn, een afgepast programma en vroeg weer naar huis. Ze bespreken het eerst met Dan en Eileen. Die reageren chagrijnig. Ze willen een relaxed dagje weg, niet dat alles al voorgekookt is. Toch gaan ze mokkend akkoord. Tom en Anna leggen vervolgens het plan uit aan Sven. Dat herhalen ze dagelijks tot de grote dag is aangebroken. Het uitje naar de Efteling verloopt best goed. Sven is wel drukker dan anders. Wanneer ze thuis zijn gaat hij in zijn vertrouwde boekjes kijken op zijn slaapkamer.
Hoe ga je als ouders om met de gevoelens van je andere kinderen?
Hoe ga je als ouder het beste om met de gevoelens van alle kinderen, dus niet alleen die van je autistische kind? We hebben een aantal praktische tips op een rij gezet:
1. Plan speciale momenten in
Omdat je kinderen verschillende behoeftes en wensen hebben, kun je speciale dagjes uit of momenten inplannen voor elk van je kinderen. Je hebt dan even specifiek aandacht voor jouw kind en hoeft je aandacht dan niet te verdelen.
2. Wees open over autisme binnen het gezin
Blijf met de andere kinderen in gesprek en leg uit hoe de dingen werken bij het autistische gezinslid. Dat kan de andere kinderen helpen toch op een positieve manier contact te houden met hun autistische broer/zus.
3. Sta open voor je andere kinderen
Laat je kinderen in alle eerlijkheid vertellen hoe ze dingen ervaren. Het kind mag boos of teleurgesteld zijn over dingen. Onderaan de streep heb je hier meer aan dan wanneer ze gevoelens en gedachten opkroppen. Daar kunnen ze zelf last van krijgen. En geslotenheid over gevoelens en gedachten kan zorgen voor verwijdering tussen jou en je kinderen.
4. Wees open over autisme naar anderen
Vertel aan ouders van vriendjes en vriendinnetjes over je autistische kind. Zo snappen ze de situatie van jouw gezin, dus niet alleen van je autistische kind maar ook van de andere kinderen.
Gerelateerde informatie
In de kennisbank van Ouderpeilpunt vind je honderden blogs met handige tips en adviezen. Heb je deze blogs al gelezen:
- Waar loop je als ouder van een kind met autisme tegenaan: de top-5 van een moeder!
- Mijn kind heeft autisme: heb ik als ouder ook autisme?
- Wat is de rol van ouders bij een kind met autisme?
Wil je sparren over autisme?
Wil je jouw zorgen en verhaal over autisme delen met andere ouders en tips van anderen krijgen? Meld je aan bij het Ouderpeilpunt ouderportaal. Als ouder van een kind met autisme sta je er niet alleen voor. Er zijn veel ouders die dezelfde uitdagingen tegen komen. Via het Ouderpeilpunt ouderportaal deel je jouw met andere ouders. Het ouderportaal is de plek waar ouders elkaar vinden voor steun en advies. In een afgeschermde en veilige omgeving vind je een luisterend oor van lotgenoten.