Nazorg en begeleiding na uithuisplaatsing kind

Wanneer je kind uit huis is geplaatst, komen er vaak veel vragen en onzekerheden op je af. Waar kun je terecht voor hulp? Hoe ziet de toekomst eruit? In dit artikel lees je welke hulp en nazorg er beschikbaar is, zowel voor jou als voor je kind.

Begeleiding voor het achterblijvende gezin

Na een uithuisplaatsing zijn er organisaties om jou te helpen. Een belangrijke is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Deze organisatie is er voor zowel ouders als kinderen en kan je helpen met praktische zaken, maar biedt ook emotionele steun. Contact leggen met CJG kan al in de eerste dagen na de uithuisplaatsing.

Je kunt dan bijvoorbeeld met iemand van CJG een afspraak maken om te bellen. Als je het moeilijk hebt, kun je hier ook aangeven dat je graag extra hulp wilt om hiermee om te gaan. Zij kunnen je dan doorverwijzen naar de juiste hulpverleners. 

Daarnaast zijn er lokale wijkteams. Dit zijn teams in je eigen gemeente met verschillende professionals, zoals maatschappelijk werkers en jeugdwerkers, die klaarstaan om je te ondersteunen. Je kunt bij hen terecht voor vragen over opvoeding, financiën en alles wat er verder speelt.

Nazorg na het einde van de OTS

Tijdens de ondertoezichtstelling (OTS) houdt jeugdzorg toezicht op je gezin en biedt hulp wanneer je kind nog thuis woont. De gezinsvoogd is degene die je tijdens de OTS begeleidt en zorgt dat alles goed verloopt. Als je kind uit huis wordt geplaatst, eindigt de OTS. Het kan zijn dat het contact met de gezinsvoogd stopt, maar dit hoeft niet.

Je kunt soms nog steeds hulp krijgen via het lokale wijkteam van de gemeente. Dit team kan bijvoorbeeld helpen bij het vinden van nieuwe begeleiding of ondersteunen bij het oplossen van problemen die spelen. Vraag dus op tijd aan de gezinsvoogd of het wijkteam wat er mogelijk is en wat je moet doen als de OTS eindigt.

Voortzetting van de ambulante begeleiding

Je hebt misschien al ambulante begeleiding gehad toen je kind nog thuis woonde. Vaak stopt deze begeleiding als je kind uit huis wordt geplaatst, terwijl je juist in die periode veel steun nodig hebt. 

Je kunt via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bij de gemeente hulp aanvragen. Zij zullen dan samen met jou bekijken wat je nodig hebt en hoe ze dat kunnen regelen. Dat kan bijvoorbeeld begeleiding zijn om je administratie op orde te houden, hulp bij het omgaan met stress of iemand om gewoon mee te praten.

“Voorheen moesten we bij een uithuisplaatsing stoppen met de begeleiding, want dat paste niet binnen de beschikking. Gelukkig is dit achterhaald. Tegenwoordig kunnen we steeds vaker in goed overleg met de gemeente of de gezinsvoogd aangehaakt blijven om verdere ondersteuning te bieden die na uithuisplaatsing nodig is.” – Mirjam, ambulant hulpverlener

Ondersteuning door Stichting OPP

Hopelijk krijg je veel steun van je omgeving. Maar het is extra fijn om te praten met iemand die precies begrijpt wat jij doormaakt. Stichting OPP biedt daarom een buddytrajecten aan. Deze buddy is ook een ouder en kan je helpen door er gewoon voor je te zijn, je een luisterend oor te bieden en praktische tips te geven.

De buddy’s hebben een training gevolgd en worden begeleid door een coördinator. Dit is een ervaringsdeskundige ouder die veel inhoudelijke kennis heeft over het jeugdzorglandschap.

Stichting OPP maakt afspraken met gemeenten en zorgorganisaties over de financiering en inzet. Als er geen financiële afspraken zijn met een gemeente, wordt met verschillende partijen gekeken of er toch een traject voor een ouder gestart kan worden.

Waardevolle nazorg: een praktijkvoorbeeld

Goede nazorg bij uithuisplaatsing kan echt een verschil maken. Zo kan er bijvoorbeeld regelmatig iemand bij je langskomen om te kijken hoe het met je gaat of je helpen om weer structuur in je leven te krijgen, maar ook het volgen van therapie is een vorm van nazorg. 

“Ik heb mijn dochter vrijwillig uit huis laten plaatsen. Dat ligt niet aan haar, maar aan mij”, vertelt Sabine. Ze worstelde met een verslaving en had last van woede-uitbarstingen. Uit angst dat ze haar dochter iets aan zou doen, vroeg ze zelf om hulp. Na de uithuisplaatsing kwam ze via haar huisarts terecht bij CJG, waarna ze via jeugdzorg therapie kreeg om te leren omgaan met haar agressie.

Hierna volgde ze EMDR-therapie, wat haar hielp meer grip op haar gedrag te krijgen. “Het belangrijkste is wat mij betreft dat je als ouder eerlijk bent over je problematiek. Dat je doet wat je moet doen om je kind een zo gezond en veilig mogelijke thuissituatie te geven. Je raakt je kind niet zomaar kwijt. Kijk in de spiegel en zorg voor de juiste hulp.”

Lees hier het hele verhaal van Sabine

Durf om hulp te vragen

Trudy liet haar kind vrijwillig uit huis plaatsen en had het daar erg zwaar mee. Zij belde zelf naar CJG: 

"Bij verplichte uithuiszetting bemoeit de kinderbescherming zich ermee, maar bij een vrijwillige uithuisplaatsing is er niemand voor het achterblijvende gezin. In het gezin waar mijn zoon naartoe ging, was er veel begeleiding, maar bij ons was er niemand. Uiteindelijk heb ik zelf hulp gevraagd bij het CJG. Ik heb aangegeven dat ik het pittig had en dat ik wilde dat ze wekelijks even belden om even te kunnen ventileren." – Trudy

Het is niet altijd makkelijk om hulp te vragen, maar het is heel belangrijk dat je dat wel doet. Soms zien hulpverleners niet meteen wat jij nodig hebt. Dan is het goed om zelf aan te geven waar je tegenaan loopt. 

Als jij bijvoorbeeld stress hebt, heb je misschien ook niet de rust om met een pleegouder samen te werken. Dat gaat vaak een stuk beter als het goed met je gaat. 

Aandacht voor probleemgebieden bij ouders

Een uithuisplaatsing kan ervoor zorgen dat problemen die je al had, zoals stress, geldzorgen, of andere moeilijkheden, erger worden. Het is belangrijk om op tijd hulp te zoeken, zodat je deze problemen onder controle kunt houden.

De gemeente kan je hierbij helpen via de Wmo. Zij kunnen bijvoorbeeld ondersteuning bieden bij het op orde brengen van je financiën, hulp bij het vinden van werk, of begeleiding om beter om te gaan met stress. Ook kun je contact opnemen met CJG. 

Zij kunnen je advies en begeleiding geven, maar bijvoorbeeld ook doorverwijzen naar een therapeut. Ook kunnen ze je helpen met het vinden van de juiste instanties voor financiële hulp of zorg voor het gezin.

Informatie over toekomst en nazorg tot volwassenheid

Ook als je kind ouder wordt, blijft er soms nog begeleiding nodig. De zorg kan dan bijvoorbeeld worden overgedragen aan de volwassenenzorg.

Je kunt hierover informatie krijgen bij het CJG of via het lokale wijkteam. Zij kunnen je vertellen wat de mogelijkheden zijn en hoe je de zorg voor je kind blijft regelen. Daarnaast kun je in het ouderportaal vragen stellen aan andere ouders en deskundigen. Hier kun je ervaringen delen en tips krijgen.

Inzet van ervaringsdeskundigen

Ervaringsdeskundigen zijn ouders die hetzelfde hebben meegemaakt als jij. Zij begrijpen wat je doormaakt en kunnen je steun en advies geven. Stichting OPP biedt buddy's aan die jou kunnen helpen om door deze moeilijke tijd heen te komen. Zij staan naast je en helpen je om de juiste stappen te zetten.

Bewindvoering en mentorschap

Als je kind 16 jaar of ouder is, kan het nodig zijn om bewindvoering of mentorschap te regelen via de rechter. Bewindvoering betekent dat iemand anders de financiën van je kind beheert als dat nodig is. Mentorschap betekent dat iemand helpt bij belangrijke beslissingen voor je kind, zoals zorg en begeleiding.

Dit kan belangrijk zijn als je kind niet meer thuis woont en hulp nodig heeft bij het regelen van zijn of haar zaken. Je kunt hiervoor contact opnemen met een advocaat of mentor. Zij kunnen je helpen om dit te regelen.

Behoud van de school en vervoer

Voor je kind is het vaak belangrijk om naar dezelfde school te blijven gaan, ook als hij of zij niet meer thuis woont. Dit zorgt voor stabiliteit en continuïteit. Soms is het lastig om dit te regelen, bijvoorbeeld vanwege de afstand.

De gemeente kan dan helpen door taxivervoer te regelen, zodat je kind toch naar de vertrouwde school kan blijven gaan. Je kunt dit bespreken met de school, de gemeente of het wijkteam die je verder kunnen helpen met de aanvraag.

Leerlingenvervoer moet worden aangevraagd bij de gemeente waar het kind woont. Als een kind uit huis is geplaatst en nu in woonplaats B woont in plaats van bij de ouders in woonplaats A, dan moet de aanvraag bij gemeente B worden gedaan. Het woonplaatsbeginsel bepaalt dit.

Zorg voor ouders door de voogd

De voogd van je kind is er voornamelijk om voor je kind te zorgen, maar het is ook belangrijk dat er aandacht is voor jou. Jij hebt misschien zelf ook begeleiding of ondersteuning nodig, vooral in deze moeilijke tijd. Bespreek dit met de voogd, zodat hij of zij je kan helpen om de juiste hulp te vinden.

Betrekken van familie bij uithuisplaatsing

Je familie kan een belangrijke steun zijn tijdens en na de uithuisplaatsing van je kind. Het is overigens niet altijd makkelijk om hen erbij te betrekken. Soms zijn er conflicten of misverstanden die het moeilijk maken om goed samen te werken.

Het kan daarom helpen om hierbij professionele hulp in te schakelen. Een familietherapeut of mediator kan bijvoorbeeld helpen om de communicatie te verbeteren en samen naar oplossingen te zoeken. 

Nazorg door de Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming speelt een belangrijke rol bij de uithuisplaatsing van je kind, maar ook daarna kunnen zij nog betrokken blijven. Ze kunnen bijvoorbeeld adviseren over de voortgang van de zorg en je doorverwijzen naar de juiste instanties voor verdere hulp en ondersteuning.

Als je vragen hebt over de rol van de Raad na de uithuisplaatsing in jouw specifieke situatie, kun je contact met hen opnemen. Zij kunnen je uitleggen welke stappen er nog volgen en wat je kunt verwachten. Het is belangrijk dat je goed op de hoogte bent van alle mogelijkheden, zodat je weet waar je aan toe bent.

Continuïteit van nazorg voor het kind

Na een uithuisplaatsing is het fijn dat de nazorg voor je kind door dezelfde organisatie wordt voortgezet. Dit zorgt voor continuïteit in de zorg, wat voor je kind heel belangrijk is. Je kunt hier naar vragen bij de huidige hulpverleners, zodat je zeker weet dat de zorg goed blijft doorgaan.

Ook als je kind 18 jaar wordt, verandert er veel in de zorg. Je kind valt dan vaak onder de volwassenenzorg. Het is goed om op tijd te bespreken hoe deze overgang het beste geregeld kan worden. De hulpverleners die nu betrokken zijn, kunnen je hierbij helpen en uitleg geven over de mogelijkheden.

Begeleiding bij terugkeer van het kind

Als je kind na een tijdje weer thuis komt, kan dat best spannend zijn. Er is dan ambulante zorg beschikbaar om ervoor te zorgen dat alles goed verloopt. Hierbij komt een hulpverlener naar je huis om jou en je kind te ondersteunen. 

De hulp is afgestemd op jullie persoonlijke situatie. Zo kan gezinstherapie helpen bij het weer opbouwen van jullie relatie en om te gaan met de veranderingen.

Het hangt af van je situatie of je automatisch ambulante zorg krijgt. In de meeste gevallen wordt dit vanuit jeugdzorg wel standaard aangeboden. Als dat niet zo is, kun je hier ook zelf om vragen, bijvoorbeeld via het CJG of het wijkteam. Het is dus goed om hier van tevoren al naar te informeren.

Verwerking als het kind niet meer thuis komt

Het kan heel zwaar zijn om te accepteren dat je kind niet meer naar huis kan komen. Het is belangrijk om te weten dat er hulp beschikbaar is om je hierin te ondersteunen.

Je kunt bijvoorbeeld praten met een psycholoog of een maatschappelijk werker die ervaring heeft met dit soort situaties. Zij kunnen je helpen om je emoties beter te begrijpen en te verwerken. Als je met een psycholoog wilt praten, moet je een doorverwijzing vragen aan je huisarts. 

Ook zijn er groepen waarin je kunt praten met andere ouders die hetzelfde meemaken. Dit kan je helpen om je minder alleen te voelen.

Daarnaast kun je bij het CJG of het wijkteam terecht voor advies en begeleiding. Ze kunnen je helpen om een plan te maken voor de toekomst.

Tip van een ouder: 

Laat de emmer niet te vol lopen en vraag op tijd hulp wanneer je er zelf niet uitkomt. Dit voorkomt dat de spanning te hoog oploopt.

Ouderportaal

Heb jij vragen of wil jij jouw verhaal delen? Meld je dan gratis aan voor het Ouderportaal.