Van de basisschool naar het speciaal onderwijs: tien tips van Diana
De zoon van Diana ging na één jaar kleuterklas op de basisschool over naar het speciaal onderwijs. Van afdakmaffia tot daadkrachtige professionals: dit is het verhaal van Diana.
Diana: ‘Mijn zoon heeft één jaar gekleuterd op de basisschool. Jake was ongelukkig, dat zagen we wel. Hij had moeite met snelle veranderingen. Kwam huilend van school thuis. Moeders spraken steeds vaker over hem op het schoolplein. Als er iets gebeurd was, had Jake het altijd gedaan. Ik had een boze, verdrietige kleuter. Steeds vaker had hij hoofdpijn, diarree. Hij wilde niet naar school en hij liep zelfs een keer weg.’
Autisme
‘Wij hadden de mazzel dat een kleuterleidster met ervaring zag dat er meer aan de hand was. Zij vermoedde autisme, thuis zagen wij het niet. Zij verwees ons door naar het schoolondersteuningsteam (SOT). Zo kwamen we bij de huisarts en werden we doorverwezen naar Lucertis. Na elf maanden kregen we een diagnose: PDD NOS.’
Van basisschool naar speciaal onderwijs
Jake kreeg na één jaar basisschool een toelatingsverklaring voor het speciaal onderwijs. Diana: ‘Hij is in groep 2 gestart op het speciaal onderwijs. Daar kreeg hij alle ruimte. Een vriendelijke, begripvolle juf. Hij was daar goed op zijn plek. Kinderen praatten met elkaar over autisme op een vriendelijke manier. En er werkten daadkrachtige professionals. Natuurlijk grepen ze wel eens in. Maar altijd op een respectvolle manier naar het kind toe.’
Kleine klas
Jake ging van een klas van 32 leerlingen op de basisschool naar een klas van maximaal veertien kinderen op het speciaal onderwijs. Diana: ‘Hij leerde daar direct om te reflecteren. Nadenken over zijn eigen gedrag. De juf hielp hem als er iets gebeurde, gaf uitleg in de klas. Zo leren de kinderen daar van elkaar.’
Terugkijkend zegt Diana: ‘Ik denk dat Jake zich nu best zou redden op een reguliere basisschool. Hij kan nu uiting geven aan zijn gevoel. Zeggen wat hij voelt. Dat was in de kleuterklas wel anders. Toen vonden veel ouders hem een pokkejong.’
Vooroordelen
Diana heeft genoeg meegemaakt als het gaat om vooroordelen. ‘Ouders veroordelen al snel. Als jouw kind zich anders gedraagt, zal het wel aan de ouders liggen. Dat kind is niet opgevoed. Jake had op een gegeven moment Pfeiffer en bleef ruim drie weken thuis. Op de eerste dag dat hij weer naar school ging, hoorde ik een andere moeder een verhaal vertellen.
Haar dochter was de vorige week hard aan het haar getrokken. En ze was heel stellig: dat had Jake gedaan. Ik heb haar hierop aangesproken. Dat ze mij kwetst als ze zulke dingen zegt. Zeker als het niet waar is. Dat ik daar ontzettend verdrietig van word. Ze schrok heel erg van mijn directheid. Maar een paar weken later hebben we samen koffie gedronken, en vanaf dat moment nam ze het voor me op. Omdat zij wist hoe het werkelijk zat bij ons thuis.’
Afdakmaffia
Diana glimlacht. ‘We hadden een naam thuis voor die veroordelende ouders. Afdakmaffia. En ik denk dat iedere school ze heeft. Het zijn vaak de ouders die veel doen in en rondom de school, dus de school durft hen niet altijd aan te spreken. Maar zij vergroten het probleem.’
Op de vraag wat ze graag anders zou zien op de basisschool antwoordt Diana dan ook stellig: ‘Geen oordelende vaders en moeders. Mijn tip aan ouders is: stel je open voor een ander zonder te oordelen. Wees een behulpzame ouder. Op het moment dat je oordeelt, doe je de school, je kind en jezelf tekort.’
Wees nieuwsgierig
Diana denkt dat daar het probleem ligt. ‘Kinderen tussen de vier en zes jaar oordelen nog niet. Die praten alleen maar na wat ze thuis horen. Mijn oproep aan ouders is: veroordeel niet maar wees nieuwsgierig. Weet jij wat een speciaal kindje is? Als jij ziet dat mijn kind anders reageert, of iets doet wat jij niet snapt, vraag het dan gewoon.’
10 tips
Gaat jouw kind van de basisschool naar het speciaal onderwijs? Dit zijn de tien tips van Diana voor ouders en docenten:
- Kijk en luister naar je kind. Wat is goed voor hem of haar?
- Kan jouw kind naar het speciaal onderwijs maar twijfel je nog? Vraag jezelf dan af hoelang je het nog wilt proberen op de reguliere basisschool. En waarom? Voor wie is dat het beste, als je weet dat jouw kind anders is?
- Stop met tobben en ga kijken op het speciaal onderwijs. Ga op die school het sfeertje proeven. Dan pas kun je een keuze maken.
- Laten we de complexe problemen van kinderen erkennen, maar leg er niet de nadruk op. Benoem juist wat anderen niet zien: onze speciale kinderen zijn creatief, inventief, onderzoekend.
- Ouders met speciale kinderen, spreek andere ouders aan. Ook al is het moeilijk. Leg uit waarom jouw kind anders is dan anderen.
- Laat mensen vragen stellen. Wees open over jouw kind. Maak het onderwerp bespreekbaar.
- Overleg eens met de school. Staan zij ervoor open om hierover met ouders in gesprek te gaan?
- Ga na bij jezelf: hoor jij als ouder bij de afdakmaffia? Hoe reageer jij? Heb jij wel eens aan een ouder gevraagd waarom zijn of haar kind zo doet? Waarom hij of zij altijd zo boos kijkt? Durf je te vragen wat er aan de hand is? Wees nieuwsgierig!
- Stel je open voor een ander en oordeel niet.
- Leerkracht, spreek ouders aan op het openlijk veroordelen van een kind, ga het gesprek aan. En wees een verbinder tussen een ouder van een speciaal kind en andere ouders van kinderen in de klas.