Autisme: aangeboren of aangeleerd?
Als je kind de diagnose autisme krijgt – dat kan al op jonge leeftijd – vraag je je af waar dat vandaan komt. Is het aangeboren? Kan het zijn dat ik het als ouder zelf dan ook heb? Of is het gedrag toch aangeleerd?
In deze blog vind je antwoord op die vraag en lees je meer over wat autisme is, hoe je het herkent en over de kenmerken. Ook vertelt Charlotte over de ontdekking van autisme bij haar zoon.
Autisme altijd aangeboren
Om de vraag maar meteen te beantwoorden: autisme is vrijwel altijd aangeboren. Je kunt er niks aan doen dat je kind autisme heeft en het gaat ook niet over.
Imiteren: aangeleerd autisme
Wat soms wél gebeurt is dat kinderen het gedrag van hun broertje of zusje met autisme imiteren. Dat vertelt Jorinda Franken, psycholoog bij GGZ Eindhoven en gespecialiseerd in autisme bij jonge kinderen.
In dat geval is het aangeleerd. “Ouders twijfelen dan. Heeft mijn andere kind het ook of doen ze hun broertje of zusje na? Dat is soms een lastige puzzel.”
Niet-pluisgevoel
Maar als de diagnose uitwijst dat het echt autisme is, dan wordt een kind daar dus mee geboren. Al op jonge leeftijd is soms te merken dat het kind anders is.
Psycholoog Franken vertelt:
“Vaak is er al een niet-pluisgevoel, maar weten ouders niet hoe ze dat moeten duiden. Sommige ouders zeggen: ‘Vanaf het moment dat ik hem in mijn handen had, voelde ik het. Hij keek me anders aan.’ Het kan ook zijn dat de baby bijvoorbeeld heel veel huilt.”
De oorzaak van autisme. Zit het in de genen?
Autisme is dus niet aangeleerd, maar aangeboren. Het zit vaak in de familie, weet deskundige Franken. Al hoeft dat niet altijd zo te zijn. Als de aandoening niet in de familie zit, is de kans dat je autisme krijgt ongeveer 1 procent, meldt het Nationaal Informatiecentrum Erfelijkheid.
In het geval van het zoontje van Charlotte is het duidelijk waar het vandaan komt. “Sinds hij 1 jaar is, weten we dat Jack autisme heeft. Daardoor ging ik ook dingen bij hem herkennen.
Hij kan echt een pokerface hebben (mensen met autisme uiten hun emoties vaak minder zichtbaar, red.). Ik dacht dat dat iets cultureels was, mijn man is half-Chinees van zijn moeders kant.
Zijn moeder heeft ook zo’n pokerface. Over mijn man zei ze dat hij op haar vader lijkt: introvert, rustig, een loner, goed met cijfers, hoogbegaafd.
Mijn man heeft zich laten testen en blijkt ook autisme te hebben. It runs in the family. Mijn man laat het trouwens bij de diagnose, hij gaat niet in behandeling. Hij functioneert prima.”
Eerste alarmbellen
Niet-pluisgevoel
Bij de meeste ouders ontstaat het niet-pluisgevoel als het kind tussen de 16 en 20 maanden is. Voor die tijd is er een aantal vroege signalen, die je als ouder kunt herkennen als het kind rond de 12 maanden oud is.
“Bijvoorbeeld dat een kind niet reageert op aanspreken, geen interesse heeft in anderen, niet brabbelt, niet lacht naar anderen en/of geen gebaren maakt.
Dat wil niet direct zeggen dat het autisme is, maar het kan dan wel verstandig zijn om ernaar te kijken,” aldus Franken.
De meeste kinderen spreken op de leeftijd van 18 maanden in losse woordjes. Als je kind dat rond de leeftijd nog niet doet, is dat ook een alarmsignaal.
Franken: “Zoals ‘toet’ voor auto. Met 24 maanden gaat een kind korte zinnetjes maken, met twee woordjes. Gebeurt dat niet, dan is het goed om dat in de gaten te houden.
Ook het verlies van vaardigheden is een alarmsignaal. Als het kind eerst iets wel kan en later niet meer.”
Alle alarmsignalen zijn te vinden op de website van het AJK (Landelijke Expertisenetwerk Autisme Jonge Kind). Dit platform wordt ondersteund door de Nederlandse Vereniging voor Autisme met duidelijke informatie voor ouders en professionals.
Niet praten
Charlotte Meynen (45) merkte dat haar zoontje Jack (10) autisme had doordat hij nooit op zijn naam reageerde. “Dan zat ik naast hem en vroeg ik: ‘Jack, wil je wat eten?’ en dan kwam er geen reactie. Ik was bang dat hij doof was, want hij praatte niet en hij luisterde niet.”
Het consultatiebureau
Als je het vermoeden hebt dat je kind autisme heeft, kun je dat bespreken bij het consultatiebureau. Daar kunnen ze een checklist nalopen. Als het nodig is, stuurt het consultatiebureau je door naar een gespecialiseerd centrum voor verder onderzoek.
Wat is autisme?
Het zit dus in de genen, maar wat is autisme nou precies? Kinderen met autisme hebben vaak problemen met communicatie en sociale interactie.
Dat komt doordat een kind met autisme de informatie die binnenkomt niet kan filteren. De informatie komt sterk of juist zwak binnen via zijn zintuigen, in losse brokjes. Het kind kan deze informatie niet goed verwerken.
Kinderen met autisme hebben begeleiding nodig bij het filteren, verwerken en begrijpen van informatie.
Autisme betekenis
Het woord autisme is afgeleid van het Griekse woord autós en betekent ‘zelf’. Autos verwijst naar de in zichzelf gekeerde indruk die mensen met autisme soms maken.
Autisme Spectrum Stoornis: niet één ding, wel één naam
Voorheen werden verschillende benamingen gebruikt voor de verschillende soorten autisme. Tegenwoordig valt het allemaal onder de noemer Autisme Spectrum Stoornis.
De verschillen tussen kinderen met autisme kunnen groot zijn. Sommige kinderen willen heel graag contact, maar weten niet hoe ze het contact vorm moeten geven. Andere kinderen sluiten zich meer af van contact.
Autistische kenmerken
Typische kenmerken van een kind met autisme zijn onder meer:
- Mijn kind reageert niet of veel minder op zijn/haar omgeving
- Mijn kind praat niet of loopt achter met praten
- Mijn kind vindt omgaan met verandering lastig en kan van slag raken
- Mijn kind heeft een sterke interesse voor één of een beperkt aantal onderwerpen
- Mijn kind snapt non-verbale communicatie niet
- Mijn kind doet alles steeds op dezelfde manier
- Mijn kind is (on)gevoelig voor zintuiglijke prikkels
Meer kenmerken en een uitleg van de kenmerken vind je hier.
Gaat autisme over?
Autisme is aangeboren en gaat niet over. Wel kan je kind leren om beter om te gaan met zijn beperking. Daarvoor is het belangrijk dat je er vroeg bij bent.
Vroege herkenning van belang bij autisme
Hoe eerder je erbij bent, hoe beter, zegt Franken. Het kind en vooral ook de ouders kunnen dan al op jonge leeftijd hulp krijgen, zodat het kind zich beter kan ontwikkelen.
Psycholoog Meynen:
“Zo had ik ouders die heel veel praatten, in lange zinnen. Dat was teveel voor het kind. Het sprak niet. Die ouders leerden om losse woorden te gebruiken of heel korte zinnetjes. Zo stimuleer je een kind om te praten.”
Als je signalen herkent (zie hierboven), kun je dat bespreken bij het consultatiebureau.
Deze informatie over autisme helpt je verder
In de kennisbank van Ouderpeilpunt vind je honderden blogs met handige tips en adviezen. Heb je deze blogs al gelezen?
- Boekentips over kinderen en autisme
- Mijn kind met autisme eet slecht: wat kan ik doen?
- Waar loop je als ouder van een kind met autisme tegenaan: de top-5 van een moeder!
- Wat is de rol van ouders bij een kind met autisme?
- Kinderen zijn veel meer dan hun gedragsstoornis
Wil je sparren over autisme?
Als ouder van een kind met autisme sta je er niet alleen voor. Er zijn veel ouders die dezelfde uitdagingen tegenkomen. Via het ouderportaal van Ouderpeilpunt kun je je ervaringen delen met andere ouders.
Het ouderportaal is de plek waar ouders elkaar vinden voor steun en advies. In een afgeschermde en veilige omgeving vind je een luisterend oor van lotgenoten. Meld je aan!