De vader van mijn zoon met vermoedelijk ADHD is altijd tegen een psychologisch onderzoek geweest. “Zijn zoon was niet gek”, zei hij altijd. Nu hij voor een lange periode naar het buitenland is, besluit ik van de gelegenheid gebruik te maken. Zonder dat hij ervan weet maak ik een afspraak bij de huisarts voor advies. Wie weet rolt daar ook ‘nader onderzoek’ uit.
Doktersadvies
Op maandag bel ik de assistente en leg haar de situatie uit. Ze vraagt me om de eerste keer zonder Max te komen. Ik kan direct de volgende dag terecht. Dinsdagochtend zit ik om acht uur in de spreekkamer tegenover mijn huisarts. Ik vertel hem alle ervaringen en bevindingen van mijn zoon en spreek mijn zorgen uit. De huisarts hoort me aan. Hij vraagt me een nieuwe afspraak te maken voor een nieuw consult, maar dan mét Max.
Zinloos bezoek aan de huisarts
Een week later zitten we samen in de wachtkamer, Max en ik. We wachten geduldig tot we worden geroepen. Ik heb mijn handen vol om Max rustig te houden totdat we aan de beurt zijn. Ik ben ook zenuwachtig, omdat ik weet dat ik het balletje aan het rollen heb gebracht. En eenmaal rollend is er geen weg meer terug.
Dan gaat er een deur open. De dokter noemt onze naam en nodigt ons uit in zijn kamer. Eenmaal binnen neem ik Max op schoot. Hij krijgt een hoortest. Dit is een standaardprocedure, omdat kinderen die niet luisteren niet per definitie een stoornis hoeven te hebben.
Voor mij is het zo klaar als een klontje dat er niets aan zijn oren mankeert. Ik zit me op te vreten en betreur dit zinloze doktersbezoek. Ik had de huisarts ook zonder test kunnen vertellen dat er is niets mis is met Max’ oren.
Snel diagnose stellen
Max’ probleem is van een heel ander kaliber. Ik vermoed ADHD, maar wil dat zeker weten. En zo snel mogelijk. In ieder geval voordat zijn vader weer terug is in het land. Ik heb geen maanden de tijd. Gelukkig verwijst de dokter me door naar de Riagg en geeft me het telefoonnummer van de GGZ in Amstelveen. Ik bel en maak direct een afspraak. Het intakegesprek in Amstelveen is anderhalve week later.
Weinig vertrouwen in hulpverlening
Voorafgaand aan de intake krijg ik een uitgebreid vragenformulier thuisgestuurd om in te vullen. Hierin worden uiteenlopende en gedetailleerde dingen gevraagd: over de achtergrond van vader en moeder, erfelijke ziekten, symptomen, medicijngebruik, verloop van de bevalling, samenstelling van het gezin, noem maar op.
Met het ingevulde formulier onder mijn arm ga ik naar de intake. Het gesprek is met een maatschappelijk werkster en een kinderpsycholoog in opleiding. Maar al snel verlies ik het vertrouwen in de hulpverlening: voor m’n gevoel graven ze veel te diep. Begrijpen ze het wel? Begrijpen ze mij wel?
Ze stellen veel te veel vragen over vroeger, over het verloop van de eerste drie jaar en over hoe de bevalling verliep. Tot in detail willen ze weten wanneer Max voor het eerst lachte, wanneer hij liep, wanneer hij kon zitten, wanneer hij zich kon omrollen en wanneer hij zijn eerste woordjes brabbelde.
Veel van deze momenten kan ik me niet eens meer heugen, vertel ik ze. Dat frustreert me. Waarom vragen ze niet wat hij allemaal doet en wat hij niet doet? Waarom willen ze niet weten wat er anders aan hem is? Ook met dit gesprek lijk ik niet veel verder gekomen. Ik voel me niet begrepen.
Dit wil ik delen met jou
De radeloosheid had mij in de houdgreep. Bovendien had ik haast. Ik wilde zo snel mogelijk bevestiging van mijn vermoedens. Voor mezelf, maar misschien ook wel om mijn partner de loef af te steken. “Zie je nou wel!”
Waarom begrijp je me niet, deskundige?
Ik vond dat de professionals met wie ik te maken had mij en de situatie niet begrepen. Eerst de dokter, daarna de GGZ. Al die vragen over vroeger leken mij juist niet zo relevant, en onnodig tijdverspillend. Het ging om het hier en nu. To the point graag: wat heeft mijn zoon?
Schreeuw om hulp
Het punt is dat ik het eigenlijk niet meer aankon. Van binnen schreeuwde ik om hulp. Gelukkig kreeg ik die hulp ook, maar ik was bang dat het rollende balletje veel te langzaam zou gaan. Ik heb vast te maken met deskundige mensen, dacht ik, maar kreeg sterk het gevoel dat ze niet inzagen hoe ernstig de situatie was. Of moest ik meer geduld hebben? Ik herinner me de woorden van een kennis met een zoon met ADHD: “Als je bij de Riagg terecht komt, kan het nog heel lang duren voordat je echt geholpen wordt.” Dat spookte door mijn hoofd. Maar goed, je gevoel wint het van je verstand op zo’n moment.
Je voelt je niet (goed) begrepen door de deskundige
Herken jij jezelf of je kind in dit verhaal? En wil je jouw ervaring delen met andere ouders of wil je zelf tips krijgen? Meld je aan bij ons Ouderportaal. Het Ouderportaal is de plek waar ouders met een kind met gedragsproblemen of stoornis elkaar vinden voor steun en advies. Misschien zie ik je daar?