Wat te doen bij vermoeden van autisme?

De diagnose autisme krijgt een kind in de meeste gevallen niet van de ene op de andere dag. Er gaat een zoektocht aan vooraf en wanneer je ontdekt dat het autisme blijkt te zijn, begint er een nieuwe zoektocht naar de juiste hulpverlening.

In deze blog vertellen we je wat je kunt doen als je een vermoeden hebt van autisme. Aan de hand van het persoonlijke verhaal van Dianne vertellen we je onder meer waar je autisme kunt laten vaststellen.

Wanneer je ontdekt dat je kind autisme heeft

Dianne werd al jong moeder. Ze was negentien jaar toen haar oudste zoon Wesley werd geboren. Kenneth volgde drie jaar later. Ze merkte dat de jongens opvallend van elkaar verschilden. “Ik had twee heel verschillende kinderen. Dus ik had vergelijkingsmateriaal”, vertelt Dianne.

Huilbaby

Kenneth was een huilbaby. Omdat Dianne zo jong was, betrok ze het gedrag van Kenneth op haarzelf. Ze kreeg bovendien de diagnose dat ze een postnatale depressie had en dacht dat ze het daarom zwaar had met Kenneth.

“Ik vraag me nu weleens af of dat het ook echt was, of dat het de moeilijkheid was van een kind dat alleen maar huilt. Het ging absoluut beter toen ik hulp kreeg, maar daarmee was het probleem zelf nog niet opgelost.”

Bevestiging

Toen Kenneth naar school ging, verergerde zijn gedrag. “Ook daar zagen ze dat er iets met hem aan de hand was. Je wordt bevestigd in het idee dat er iets met hem is. Ik had die bevestiging heel hard nodig.”

Wat autisme met je doet

Autisme kun je niet aan de buitenkant van iemand zien. Om te ontdekken of iemand autisme heeft, moet je dus kijken naar zijn of haar gedrag.

Autisme of een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is een verzamelnaam voor problemen die iemand ervaart met het aangaan van sociale contacten en het verwerken van informatie. Vaak kunnen mensen die autisme hebben niet goed omgaan met veranderende situaties. Ook kan het zijn dat jouw kind niet sterk is in communiceren.

Wat autisme precies met je kind doet, is dus voor ieder kind verschillend. Wat we wel weten, is dat iemand met autisme de informatie die binnenkomt, niet kan filteren. Bij de een komt de informatie heel direct binnen en ontstaat er een soort kortsluiting. Bij een ander kind kan het zo zijn dat de informatie niet lijkt door te dringen.

Heeft je kind autisme, dan heeft het hulp nodig bij het filteren en verwerken van informatie, zodat het de informatie beter kan begrijpen.

Symptomen van autisme

Het kan zijn dat je aan autisme denkt, omdat je kind afwijkend gedrag vertoont. Als je kind gedrag vertoont zoals hieronder genoemd, dan zou het kunnen zijn dat je vermoeden dat je kind autisme heeft, juist is.

  • Je kind luistert niet. Straffen of belonen, niets lijkt te werken.
  • Je kind praat niet of begint daar pas op latere leeftijd mee. Vanaf de leeftijd van ongeveer zestien maanden spreken kinderen hun eerste woordjes.
  • Je kind vindt het lastig om met veranderingen om te gaan. Als er iets niet volgens planning verloopt, kan je kind boos of angstig worden en blokkeren.
  • Je kind heeft een sterke fascinatie voor een onderwerp. Je kind heeft een beperkte interesse en weet van een onderwerp veel af.
  • Je kind reageert agressief. Kinderen met autisme kunnen zich moeilijker uitten en als ze dit wel doen, volgt er vaak een explosie aan emoties.
  • Je kind begrijpt non-verbale communicatie niet.
  • Je kind begrijpt niet wat anderen van hem of haar verwachten. Je kind begrijpt onduidelijke of onvolledige opdrachten niet.
  • Je kind doet alles op dezelfde manier. Kinderen met autisme hebben behoefte aan voorspelbaarheid en houden graag vast aan vaste routines.
  • Je kind toont weinig begrip voor de emoties van anderen. Een kind met autisme voelt niet mee met de pijn of het verdriet van een ander kind en weet daarom niet het hierop moet reageren.
  • Je kind is vaak bang. Voorspelbaarheid is voor kinderen met autisme belangrijk. Onvoorspelbare situaties kunnen iemand met autisme angstig maken.

Waar kun je autisme laten vaststellen?

Als je vermoedt dat je kind autisme heeft, waar kun je dan laten vaststellen of je gevoel klopt? In de eerste plaats kun je het beste contact opnemen met de huisarts. Die kan een test doen om vast te stellen of je kind symptomen van autisme vertoont.

Huisarts kan doorverwijzen bij vermoeden autisme

Dianne denkt dat ze sneller was geholpen als ze eerder contact met de huisarts had opgenomen. “Ik had met de huisarts het gesprek aan moeten gaan, dan was ik veel sneller doorverwezen naar professionele hulp. Voor sommige mensen is het ook een angst dat hun kind dan een stempel krijgt. Niet iedere ouder wil dat meteen.”

Als het onderzoek bij de huisarts uitwijst dat er verder onderzoek nodig is, kan de huisarts je doorverwijzen naar een GZ-psycholoog of een psychiater. Ook andere medisch specialisten en bijvoorbeeld de reclassering kunnen iemand bij een vermoeden van autisme doorverwijzen naar een psycholoog of psychiater.

Lotgenotencontact

Dianne raadt ouders die een vermoeden hebben van autisme aan om contact te zoeken met lotgenoten. “Dat kan bijvoorbeeld via een platform. Blijf er niet alleen mee lopen. Het is zo verschrikkelijk zwaar om dat alleen door te maken, zeker als ik kijk naar mezelf.”

Met ouders praten die hetzelfde meemaken, kan een enorme steun zijn. Soms kunnen ze je vanuit hun eigen ervaring vertellen wie je verder kan helpen en soms is het alleen al fijn dat er iemand naar je luistert zonder je te veroordelen.

Ons Ouderportaal is een plek waar ouders elkaar digitaal kunnen ontmoeten. Wil jij ook ervaringen uitwisselen of ben je op zoek naar een luisterend oor? Meld je dan aan.


Over de schrijver
Marianne van de Werken is (onderzoeks)journalist en freelance schrijver. Samen met haar man heeft ze twee dochters (2016 en 2019). Door haar juridische achtergrond en ervaringen met vechtscheidingen en de bijbehorende hulpverlening in haar directe omgeving, besloot Marianne in 2020 om dieper in dit onderwerp te duiken. Daarbij is het laten horen van de stem van de mensen die het aangaat wat haar betreft het allerbelangrijkst. En dat is ook waarom ze graag voor Ouderpeilpunt schrijft: ze schrijft er niet over de betrokken ouders, maar samen met deze ouders.
Reactie plaatsen