HSP (ook wel hoogsensitiviteit of hooggevoeligheid) en autisme lijken op elkaar. Dat is in ieder geval wat je vaak hoort. Je hoort zelfs weleens dat hooggevoelige personen eigenlijk licht autistisch zijn.
Er zijn ook zeker overeenkomsten in het gedrag tussen HSP’ers (High Sensitive Persons) en mensen met autisme (officieel autismespectrumstoornis, afgekort tot ASS). Overgevoeligheid voor prikkels, snel boos worden en terugtrekken in drukke situaties zijn bijvoorbeeld kenmerken van zowel HSP als ASS.
Ook hebben beide groepen op een bepaalde manier moeite met sociaal contact en regelmatig behoefte aan alleen zijn. Het is dus geen hele gekke conclusie dat hoogsensitiviteit en autisme op elkaar lijken. Maar wanneer je inzoomt op de oorzaken en achtergrond van de twee persoonlijkheden, zie je vooral grote verschillen.
Wanneer spreek je dan van autisme en wanneer van hooggevoeligheid? Wat zijn de verschillen en hoe herken je of jijzelf of je kind misschien een van de twee heeft? Lees verder voor het antwoord op deze vragen.
Wat is autisme?
Om te beginnen is het goed dat we duidelijk uitleggen wat autisme en hoogsensitiviteit precies inhouden. Bij autisme is er sprake van drie wetenschappelijk bevestigde hoofdproblemen, die het gevolg zijn van storingen in het brein:
Centrale coherentie
Mensen met autisme hebben moeite met het zien van samenhang. Ze vinden het moeilijk om details te verbinden, met elkaar en met het grote geheel.
Executieve functies
Executieve functies zijn de uitvoerende vaardigheden die je nodig hebt om te kunnen denken en doen. Bij kinderen en volwassenen met autisme zijn deze vaardigheden verstoord. Hierdoor hebben ze moeite met het plannen en uitvoeren van activiteiten. Waar begin je mee en hoe plan je verder? Ze overzien de opeenvolging van stappen niet duidelijk.
Theory of mind
Theory of mind gaat over in hoeverre je je kunt inleven in de emoties en gevoelens van een ander en zijn of haar perspectief snapt. Mensen met autisme kunnen dit minder goed.
Soms functioneert de emotionele empathie wel, waarbij je de emotie van de ander voelt. De cognitieve empathie, die je laat inzien dat het perspectief van de ander verschilt van dat van jou, is bij autisme altijd verstoord.
Deze drie kenmerken van autisme zorgen voor opvallend gedrag. Hierdoor ontstaan er bij kinderen met autisme ook vaak problemen en achterstanden op gebieden als sociaal contact en taalontwikkeling.
Wat is hooggevoeligheid?
Hoogsensitiviteit is een karaktereigenschap die zich kenmerkt door een diepgaandere verwerking van fysieke, sociale en emotionele prikkels, in combinatie met een verhoogde gevoeligheid van het centrale zenuwstelsel.
Bij HSP’ers worden er meer hersengebieden actief bij het verwerken van een situatie. Ze merken meer details op en verwerken die vervolgens dieper dan gemiddeld. Dit maakt ze gevoelig voor zintuiglijke prikkels als geluiden, licht en geur.
Ook staan ze veel meer open voor emotionele prikkels. Hierdoor voelen ze emoties van anderen bovengemiddeld goed aan. Hoogsensitiviteit komt voor bij ongeveer 20% van de bevolking.
Heb je een hooggevoelig kind? En wil je graag hulp bij het afstemmen van je opvoeding op de specifieke kenmerken van HSP? Bekijk dan deze training Omgaan met je hooggevoelige kind
De verschillen tussen hooggevoeligheid en ASS
Als je hooggevoeligheid en autisme voornamelijk ziet als een overgevoeligheid voor prikkels, kun je concluderen dat ze op elkaar lijken. Maar zoals uit de bovenstaande uitleg al blijkt, is ‘gevoeligheid voor prikkels’ een veel te beperkte kijk op hoogsensitiviteit én op autisme. Sterker nog, mensen met autisme hebben vaak zelfs een verminderde gevoeligheid voor fysieke prikkels.
Wie goed kijkt naar de kenmerken van autisme en hooggevoeligheid, ziet direct dat er juist een aantal belangrijke verschillen zijn.
Verschil in centrale coherentie
Zo is de centrale coherentie (het zien van samenhang) bij autisme verstoord, terwijl dit bij mensen met hooggevoeligheid juist enorm goed is ontwikkeld. Er komen bij hen tenslotte extra veel hersengebieden in actie bij informatieverwerking, waardoor ze bovengemiddeld veel verbanden leggen.
Verschil in cognitieve empathie
Ook legt een HSP’er diepgaande en uitgebreide verbindingen, waardoor de cognitieve empathie groot is. Hoogsensitieve mensen zijn door activiteit in allerlei hersengebieden bij uitstek in staat tot het zien van andermans perspectief. In tegenstelling tot mensen met autisme, die hier grote moeite mee hebben.
Herkennen van emoties en gevoelens
Het erkennen van emoties en gevoelens is voor mensen met autisme erg lastig. Een hooggevoelig persoon voelt stemmingen en emoties juist goed aan. Dat geldt ook voor het waarnemen van onbewuste signalen, zoals lichaamstaal.
Mensen met autisme gaan af op wat je ze vertelt. Zeg je dat het goed met je gaat, dan geloven ze dat. Hooggevoelige mensen staan open voor alle emotionele prikkels en voelen direct de échte, onderliggende, emoties aan.
Creativiteit
Ook op het gebied van creativiteit is er vaak een groot verschil tussen HSP en autisme. HSP’ers zijn vaak erg creatief, bijvoorbeeld op het gebied van kunst, muziek of taal. Bij mensen met autisme is er eerder een voorkeur voor één soort speelgoed of onderwerp. Autistische kinderen hebben hierdoor ook minder variatie in hun spel.
Beheersing
Tot slot is het een belangrijk gegeven dat autisme een ontwikkelingsstoornis is, die hoort tot de officieel erkende aandoeningen, terwijl men hoogsensitiviteit als een karaktereigenschap beschouwt.
Wat hiermee samenhangt, is dat een HSP’er kan leren omgaan met de hoogsensitiviteit, waardoor hij of zij hier in het dagelijks leven weinig tot geen last meer van ondervindt. Dat geldt voor autisme een stuk minder, al hoeft iemand hier onder de juiste omstandigheden ook niet altijd last van te hebben.
Conclusie
Het is duidelijk dat er grote verschillen zijn tussen hooggevoeligheid en autisme. Op veel vlakken zijn het zelfs uitersten. Daarbij is het belangrijk dat we verder kijken dan het gedrag en inzoomen op de oorzaak ervan. Aan hetzelfde gedrag kunnen tenslotte heel verschillende redenen ten grondslag liggen.
Om duidelijk te krijgen of iemand, en met name een kind, autisme heeft of hoogsensitief is, biedt het gedrag zelf maar een deel van de aanknopingspunten. Het kijken naar de achtergronden van het gedrag is minstens zo belangrijk.
juli
op 02 Mar 2024anoniem
op 16 Mar 2024