Kinderrechten bij uithuisplaatsing: Wat ouders moeten weten

Kinderrechten bij uithuisplaatsing: Wat ouders moeten weten

Kinderrechten beschermen wat goed is voor kinderen en zorgen voor hun welzijn. Bij een uithuisplaatsing is het heel belangrijk dat deze rechten worden gerespecteerd. Wij leggen uit wat kinderrechten zijn, welke rechten kinderen in Nederland hebben en hoe ze beschermd worden tijdens een uithuisplaatsing.

Wat zijn kinderrechten?

Kinderrechten zijn afspraken die ervoor zorgen dat kinderen veilig kunnen opgroeien en zich goed kunnen ontwikkelen. Deze rechten zijn wereldwijd vastgelegd in het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties (VN). Het gaat hierbij om basisrechten zoals het recht op onderwijs, het recht om gehoord te worden en het recht op bescherming tegen geweld.

Het Kinderrechtenverdrag 

Het Kinderrechtenverdrag is een internationaal verdrag waarin 54 rechten voor kinderen staan beschreven. Deze rechten gelden voor alle kinderen en jongeren tot 18 jaar. Nederland heeft dit verdrag ondertekend en moet zich daarom houden aan deze rechten.

Dit zijn de 54 rechten uit het verdrag:

1. Recht op bescherming tegen discriminatie
2. Het belang van het kind staat voorop
3. Recht op een naam en nationaliteit
4. Recht op identiteit
5. Recht om bij je ouders te blijven (als dit kan)
6. Recht op gezinshereniging
7. Bescherming tegen ontvoering
8. Recht om gehoord te worden in beslissingen die je aangaan
9. Recht op vrijheid van mening
10. Recht op vrijheid van denken en godsdienst
11. Recht op privacy
12. Recht op toegang tot informatie
13. Recht op een goede opvoeding
14. Recht op bescherming tegen mishandeling
15. Recht op speciale zorg en bescherming als je geen ouders hebt
16. Recht op adoptie (onder bepaalde voorwaarden)
17. Recht op bescherming voor vluchtelingenkinderen
18. Recht op speciale zorg voor kinderen met een handicap
19. Recht op de beste gezondheid en gezondheidszorg
20. Recht op periodieke evaluatie voor kinderen die niet bij hun ouders wonen
21. Recht op sociale zekerheid en overheidssteun
22. Recht op levensstandaard die bijdraagt aan ontwikkeling
23. Recht op onderwijs
24. Recht om talenten en persoonlijkheid te ontwikkelen
25. Recht op cultuur, taal en religie
26. Recht op rust en vrije tijd, en om te spelen
27. Recht op bescherming tegen kinderarbeid
28. Recht op bescherming tegen seksuele uitbuiting
29. Recht op bescherming tegen kinderhandel
30. Recht op bescherming tegen drugsgebruik
31. Recht op bescherming tegen marteling en vrijheidsberoving
32. Recht op eerlijke behandeling door de rechtspraak
33. Recht op herstel en zorg na verwaarlozing of misbruik
34. Recht op bijzondere bescherming bij oorlog
35. Recht op een onafhankelijke juridische vertegenwoordiger
36. Het VN-Comité ziet toe op naleving van de kinderrechten in landen
37. Landen moeten rapporteren over de uitvoering van kinderrechten
38. Het VN-Comité kan kinderen en jongeren horen in hun klachten
39. Bij geschillen tussen landen over de kinderrechten, kan bemiddeling plaatsvinden
40. Kinderen moeten in de rechtspraak straffen krijgen die bij kinderen passen
41. Als de wetten van een land beter zijn dan de regels die zijn afgesproken in het verdrag, gaan die wetten voor
42. De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen weet welke kinderrechten er zijn
43. Het Kinderrechtencomité controleert of de landen die beloofd hebben om zich aan kinderrechten te houden, dit ook echt doen
44. Alle landen die meedoen schrijven elke vijf jaar aan het Kinderrechtencomité hoe het gaat
45. Organisaties die met en voor kinderen werken, moeten er goed op letten dat kinderen krijgen waar ze recht op hebben
46-54. In de laatste artikelen van het Kinderrechtenverdrag staan regels over het verdrag zelf. Die zijn erg belangrijk, maar die hoef je als ouder of voogd niet te kennen.

Belangrijke kinderrechten

In Nederland worden kinderrechten gevolgd op basis van vier belangrijke principes van het Kinderrechtenverdrag:

  1. Gelijke behandeling: elk kind moet gelijk behandeld worden, zonder discriminatie.
  2. Belang van het kind voorop: bij beslissingen moet altijd worden gekeken wat het beste is voor het kind.
  3. Recht op ontwikkeling: elk kind heeft recht op een veilige omgeving om zich goed te ontwikkelen.
  4. Meepraten en gehoord worden: kinderen mogen meebeslissen over zaken die hen aangaan.

Specifieke kinderrechten

Het is belangrijk dat kinderrechten, zoals inspraak, privacy, onderwijs en contact met familie, worden beschermd tijdens een uithuisplaatsing. Dit helpt het kind zich veilig en gesteund te voelen en zorgt ervoor dat het weet dat er naar hem of haar wordt geluisterd in een moeilijke tijd.

Bij een uithuisplaatsing moeten deze specifieke rechten worden gerespecteerd:

1. Het kind moet altijd de mogelijkheid hebben om zijn mening te geven over de situatie, op een manier die past bij zijn of haar leeftijd (Artikel 12)

Voorbeeld: een tienjarig kind wordt gevraagd naar zijn of haar voorkeuren voor een pleeggezin of leefgroep, voordat er wordt besloten om het kind te plaatsen.

2. Het recht op privacy moet worden gerespecteerd, zoals bij contact met vrienden of familie (Artikel 16). Voorbeeld: een veertienjarig kind mag in een privéruimte zonder toezicht bellen met vrienden en familie.

3. Het recht op onderwijs blijft onverminderd van kracht, ook als het kind in een andere omgeving komt te wonen (Artikel 28).

Voorbeeld: een twaalfjarig kind blijft naar school gaan na de verhuizing naar een andere stad. Het krijgt extra begeleiding om te helpen bij de overgang.

4. Bij een uithuisplaatsing moet het kind, afhankelijk van de situatie, de mogelijkheid hebben om contact te houden met familieleden en vrienden. Tenzij er gegronde redenen zijn om dit te beperken, bijvoorbeeld als contact met bepaalde familieleden schadelijk zou zijn (Artikel 9).

Voorbeeld: een achtjarig kind dat in een pleeggezin woont, mag regelmatig videobellen met zijn ouders die ver weg wonen. 

5. Het kind moet in een nieuwe woonomgeving passende zorg en emotionele steun kunnen krijgen, zowel fysiek als psychologisch, om de uithuisplaatsing te verwerken (Artikel 24).

Voorbeeld: een vijftienjarig kind dat getraumatiseerd is, krijgt toegang tot een psycholoog. 

Kinderrechten in situaties van echtscheiding en uithuisplaatsing

In het geval van echtscheiding en uithuisplaatsing worden kinderrechten toegepast om ervoor te zorgen dat het kind beschermd blijft, zowel emotioneel als fysiek. In het geval van uithuisplaatsing moet er altijd rekening worden gehouden met het welzijn van het kind. Dit betekent dat de plaatsing alleen mag als het echt niet anders kan en dat deze zo kort mogelijk moet duren.

Schending van kinderrechten

Helaas komt het soms voor dat kinderrechten worden geschonden, bijvoorbeeld als een kind niet voldoende inspraak krijgt in beslissingen die hen aangaan. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid, de Raad voor de Kinderbescherming en andere instanties om te zorgen dat de rechten van het kind worden nageleefd. Ouders kunnen, als ze denken dat de rechten van hun kind geschonden worden, contact opnemen met een advocaat of de kinderombudsman.

Waarom zijn kinderrechten belangrijk?

Naast de mensenrechten die voor jong en oud gelden, geven kinderrechten kinderen tot 18 jaar extra bescherming. Ze zorgen ervoor dat ze veilig en gezond op kunnen groeien, gehoord worden en dat hun belangen altijd voorop staan, ook als ze niet meer bij hun ouders wonen.

Rechten van ouders en kinderen

Bij een uithuisplaatsing hebben zowel ouders als kinderen rechten. Het is belangrijk dat deze rechten worden gerespecteerd, maar soms kunnen ze elkaar in de weg zitten. Uiteindelijk staat het belang van het kind altijd voorop. 

Dit zijn de belangrijkste rechten van ouders en kinderen en zo kunnen ze elkaar beïnvloeden:

1. Recht op gezinsleven. Dit geldt voor ouders en kinderen.

  • Ouders hebben het recht om hun kind bij zich te houden.
  • Kinderen hebben het recht om bij hun ouders op te groeien, tenzij dat schadelijk is.

→     Als het kind gevaar loopt, kan dit recht van de ouders worden beperkt om het kind te beschermen.

2. Recht op betrokkenheid voor ouders en recht om gehoord te worden voor kinderen.

  • Ouders hebben het recht om mee te beslissen over het leven van hun kind, ook na uithuisplaatsing.
  • Kinderen hebben het recht om hun mening te geven over beslissingen die hen aangaan.

→     Soms kan een kind iets anders willen dan de ouders. In dat geval wordt altijd gekeken naar wat het beste is voor het kind.

3. Recht op contact met elkaar. Dit geldt voor ouders en kinderen

  • Ouders en kinderen hebben recht op contact met elkaar, tenzij dit schadelijk is voor het kind.

→ Als het contact voor stress of problemen zorgt bij het kind, kan het worden beperkt.

4. Recht op een veilige en stabiele omgeving voor kinderen.

  • Kinderen hebben recht op een veilige plek om op te groeien, zoals in een pleeggezin of een instelling.

→ Ouders kunnen graag willen dat hun kind snel terug naar huis komt, maar als dat niet veilig is voor het kind, kan de uithuisplaatsing langer duren.

5. Recht op inspraak in het proces voor ouders en recht op stabiliteit voor kinderen.

  • Ouders hebben recht op inspraak bij beslissingen over de toekomst van hun kind.
  • Kinderen hebben recht op stabiliteit en moeten niet onnodig vaak worden verplaatst.

→    Het belang van het kind wordt altijd afgewogen tegen het recht van de ouders om betrokken te zijn.

Kinderrechten in de praktijk

Kinderrechten zijn niet alleen regels op papier; ze worden in de praktijk gebracht door professionals die met kinderen werken, zoals rechters, jeugdbeschermers en pleegzorgmedewerkers. Deze mensen zorgen ervoor dat de rechten van kinderen worden gerespecteerd, zoals bij een uithuisplaatsing. Bijvoorbeeld: tijdens een rechtszitting krijgt een kind vaak een eigen advocaat of vertegenwoordiger, die ervoor zorgt dat de stem van het kind gehoord wordt.

Kinderrechten zijn heel belangrijk tijdens een uithuisplaatsing. Ze zorgen ervoor dat je kind veilig is, gehoord wordt en goed verzorgd wordt. Per onderwerp laten we zien welke rechten voor je kind gelden, zodat je weet hoe deze helpen bij de zorg en ontwikkeling van je kind, zowel tijdens als na de uithuisplaatsing.

Rechten en plichten

Kinderen hebben recht op bescherming tegen mishandeling en verwaarlozing (Artikel 19). Ouders hebben de plicht hun kinderen veilig op te voeden, maar ook het recht om betrokken te blijven bij belangrijke beslissingen over hun kind (Artikel 9).

Nazorg

Kinderen hebben recht op zorg en steun, ook na een moeilijke periode zoals een uithuisplaatsing (Artikel 39). Nazorg moet gericht zijn op herstel en het waarborgen van de ontwikkeling van het kind.

Netwerk

Kinderen hebben het recht om deel uit te maken van hun familie en netwerk, mits dit veilig is (Artikel 9). Dit kan ook betekenen dat ze contact kunnen houden met familieleden buiten het gezin.

Financiën

Kinderen hebben recht op een levensstandaard die hun ontwikkeling ondersteunt (Artikel 27). Dit betekent dat ouders en de overheid verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van voldoende financiële middelen om in hun basisbehoeften te voorzien.

Procedures

Kinderen hebben het recht om gehoord te worden in beslissingen die hen aangaan, inclusief juridische procedures (Artikel 12). Zij moeten op een passende manier geïnformeerd en betrokken worden.

Emoties en (rouw)verwerking

Kinderen hebben recht op zorg die hen helpt omgaan met emotionele en psychische problemen, vooral bij grote veranderingen in hun leven zoals een uithuisplaatsing (Artikel 39).

Trauma

Kinderen hebben recht op bescherming tegen trauma en hulp bij herstel na traumatische ervaringen (Artikel 39). Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat ze psychologische zorg krijgen na verwaarlozing, mishandeling of scheiding.

Samenwerken

Kinderen hebben recht op bescherming en zorg die goed is afgestemd tussen verschillende partijen, zoals ouders, hulpverleners, en instanties (Artikel 20). Goede samenwerking is cruciaal om hun welzijn te waarborgen.

Gehoord worden als ouder/luisteren naar een ouder 

Kinderen hebben het recht om hun mening te geven en gehoord te worden in kwesties die hen aangaan (Artikel 12). Ouders hebben de verantwoordelijkheid om naar hun kinderen te luisteren en hun stem serieus te nemen.

Juridische Informatie 

Kinderen hebben recht op juridische bescherming en een eerlijke behandeling in de rechtspraak (Artikel 40). Dit omvat bijvoorbeeld het recht op een advocaat of vertegenwoordiger in procedures rondom uithuisplaatsing.

 Algemene Informatie

Kinderen hebben recht op toegang tot informatie die hen helpt hun rechten en mogelijkheden te begrijpen (Artikel 17). Ouders en verzorgers moeten ervoor zorgen dat kinderen weten waar ze recht op hebben.

Spelregels

Kinderen hebben het recht op duidelijke regels en richtlijnen in hun omgeving, zodat ze weten wat er van hen wordt verwacht (Artikel 3). Dit helpt hen om in een stabiele en voorspelbare omgeving op te groeien en de ontwikkeling van een kind niet stagneert, maar doorgaat. 

Rollen van alle partijen

Kinderen hebben recht op bescherming door alle betrokken instanties en professionals, die verplicht zijn hun rollen en verantwoordelijkheden duidelijk te maken (Artikel 3). Dit zorgt voor een goede afstemming tussen alle partijen.

Zorg en onderwijs

Kinderen hebben recht op onderwijs en goede zorg, zelfs als ze uit huis zijn geplaatst (Artikel 28). Dit zorgt ervoor dat ze hun school en medische zorg kunnen blijven volgen, ook als hun woonsituatie verandert.

Professionals (alle vragen die je aan hen kunt stellen)

Kinderen hebben recht op toegang tot professionals die hun belangen behartigen, zoals jeugdbeschermers en advocaten (Artikel 12). Zij moeten kunnen vertrouwen op deskundigen die hun rechten verdedigen.

Kinderrechten bij uithuisplaatsing

Bij een uithuisplaatsing is het belangrijk dat de rechten van het kind worden gewaarborgd. Dit proces moet tijdelijk zijn en regelmatig worden getoetst. Het VN-Kinderrechtenverdrag stelt dat kinderen alleen uit huis mogen worden geplaatst als er geen andere oplossing is en dat de situatie regelmatig moet worden herzien om te kijken of het kind terug kan naar huis.

Om ervoor te zorgen dat een kind zich zoveel mogelijk gehoord voelt tijdens het proces van uithuisplaatsing, wordt het op de volgende manier betrokken:  

1. Melding en onderzoek: bij een melding worden zorgen over het kind onderzocht, en professionals proberen het kind te spreken om zijn of haar ervaringen te begrijpen. 

2. Beoordeling van de situatie: het kind krijgt de kans om zijn mening te geven over de zorgen en mogelijke oplossingen, samen met de ouders.

3. Besluitvorming: op basis van informatie wordt er advies gegeven over uithuisplaatsing en het kind wordt geïnformeerd over de redenen en mogelijkheden.

4. Voorbereiding op uithuisplaatsing: het kind wordt voorbereid op de plaatsing en indien mogelijk voorgesteld aan de nieuwe verzorgers.

5. Na de uithuisplaatsing: het kind blijft betrokken bij evaluaties en gesprekken om te horen hoe het zich voelt en om zorgen te bespreken.

Ouderportaal

Heb jij vragen of wil jij jouw verhaal delen? Meld je dan gratis aan voor het Ouderportaal.


Over de schrijver
Sandra Moerland is journalist en vertaler. Met de artikelen op Ouderpeilpunt hoopt ze ouders die zoekende zijn in de opvoeding van hun kind te helpen. Naast Ouderpeilpunt schrijft ze onder andere voor het Algemeen Dagblad en BN DeStem. Persoonlijke verhalen en duurzaamheid zijn de onderwerpen waar ze zich het liefste in vastbijt. In haar vrije tijd is ze het liefste op avontuur in het buitenland te vinden, of op de bank met een boek. Haar huis noemt ze liefkozend een plantenasiel.
Reactie plaatsen