We spreken van ‘radicalisering’ als iemand steeds extremer gaat denken over een maatschappelijk onderwerp en zich steeds meer beperkt tot de omgang met mensen die hetzelfde denken. Totdat iemand er zelfs geweld voor over heeft om mensen die anders denken van zijn of haar gelijk te overtuigen. Meestal gaat het over politieke, religieuze of andere maatschappelijke onderwerpen.
Bijvoorbeeld: sommige inwoners van Baskenland in Noord-Spanje wilden al heel lang niet meer bij Spanje horen. Maar de rest van Spanje vond dat dit niet zomaar kon. De Basken gingen protesteren en maakten hun leiders duidelijk wat ze wilden: een eigen land. Toen dat niets opleverde, gingen sommigen van hen stakingen organiseren. Dit heet activisme, een positieve vorm van radicaal gedrag.
Van radicalisering naar extremisme
Een kleine groep ging daarna zelfs de politiek in om te proberen een eigen land te krijgen. Maar voor een aantal mensen ging het allemaal niet snel genoeg. Zij waren zo overtuigd van hun gelijk dat ze zelfs bereid waren om extremistisch geweld te gaan gebruiken. De ETA werd zo een terroristische organisatie: ze pleegden aanslagen op politieagenten, Spaanse politici, journalisten en zelfs op burgers. Het doel was om op die manier hun ideaal van een eigen land af te dwingen.
Dat proces waarin iemand, of een groep, steeds extremere gedachten krijgt en uiteindelijk zelfs bereid is tot geweldpleging, noem je radicalisering.
Linksradicalisering en rechtsradicalisering
Ook in Nederland zijn er mensen geradicaliseerd. Moslims bijvoorbeeld die met geweld willen strijden voor een strenge islamitische samenleving: dat noem je jihadisme. Deze vorm van radicalisering krijgt sinds IS (Islamitische Staat) veel media-aandacht.
Ellis ter Beek houdt zich bezig met radicalisme en radicaliserende jongeren binnen Jeugdzorg. Zij vertelt dat ook in de afgelopen tijd steeds meer jongeren radicaliseren in de richting van linksextremisme of extreemrechts.
Linksextremisten zijn mensen die radicaal linkse ideeën hebben over politiek en samenleving. Zij zijn vaak tegen een samenleving waarin het grote geld de baas is en bereid dat systeem met geweld omver te werpen.
Mensen die we als extreemrechts zien, hebben radicaal rechtse ideeën over politiek en samenleving. Zij hebben vaak een sterke voorkeur voor het ‘eigen volk’, en racistische ideeën over mensen die ergens anders vandaan komen of over mensen die er anders uitzien dan zijzelf.
Radicalisering in de richting van linksextremisme of extreemrechts wordt volgens Ellis ter Beek soms gezien als ‘tegenbeweging’ tegen het jihadisme. Dit noemen we polarisering. ‘Daar zien we nu veel van: er is veel wij-zij denken. Juist ook in de jeugd- of straatcultuur.’