Een autistisch kind opvoeden is een bijzondere leerschool. Als ouder probeer je van alles, totdat je merkt: dit werkt bij mijn kind. Ava heeft drie zonen, waarvan haar twee oudste de diagnose klassiek autisme hebben. Eerder deelde ze haar verhaal over haar gezinsleven. In dit artikel geeft ze 14 tips waar zij het meest aan heeft gehad. Van de babyperiode tot aan gezinsuitjes.
Tip 1 – Heb je een baby die veel huilt? Ga een stukje rijden!
Baby’s worden vaak rustig in de auto.
Tip 2 – Tip voor baby’s: zachte geluidjes in de box
Kinderen met autisme zijn snel overprikkeld. Van te veel geluiden of andere prikkels raken ze ontregeld. Maar van te weinig prikkels kunnen ze ook ontregeld raken. Dat heet onderprikkeling.
Toen mijn zoon een baby was, maakte ik met een elastiekje een paar lepeltjes aan zijn sok vast. Als hij met zijn voetjes trappelde dan hoorde hij die rinkelen. Daar werd hij rustig van.
Tip 3 – Wat doe je als iets anders gaat dan verwacht?
Wij hebben geprobeerd om onze zoon zo flexibel en zelfstandig mogelijk op te voeden. Hij kan bijvoorbeeld alleen met de trein. Dat hebben we hem stap voor stap uitgelegd en met heel veel geduld en oefening geleerd.
Maar het is heel belangrijk dat je ook uitlegt wat je kind moet doen als het anders gaat dan verwacht. Bijvoorbeeld: de trein komt niet, wat moet je dan doen? Ga je dan ergens wachten, en waar dan? Op het perron zelf of in een wachtkamer? Moet je nog meer doen, bijvoorbeeld school bellen dat je te laat bent? En waar vind je het nummer van school? Etcetera, etcetera.
Tip 4 – Help je kind signalen van overprikkeling te herkennen
Dat doe je door iedere keer als jij denkt dat je kind overprikkeld is, hem/haar daarop te wijzen. Vraag of het klopt, bijvoorbeeld: ‘ik zie dat je veel knippert met je ogen, klopt het dat je moe bent?’ Na een tijdje leert een kind zelf de signalen herkennen. Dan weet het dat het tijd is om zich even terug te trekken.
Tip 5 – Bespreek wat je kind kan doen als het overprikkeld is
Overleg met je kind wat het nodig heeft als het overprikkeld is. Is dat even wandelen? Tv kijken? Alleen zijn? Als jij en je kind zelf weten wat op zo’n moment de behoefte is, kun je daar van tevoren al rekening mee houden.
Bijvoorbeeld: jullie gaan naar een verjaardag. Bespreek van tevoren waar je kind zich kan terugtrekken als hij of zij overprikkeld raakt. Bijvoorbeeld: op de wc, even naar buiten of gewoon meteen naar huis.
Wij vonden al die opties prima. ‘Maar neem dan wel een sleutel mee’, zeiden wij dan. ‘En als je het niet meer kan opbrengen om gedag te zeggen, stuur ons dan in ieder geval een appje, dan weten we waar je bent.’
Tip 6 – Maak een feestje autisme-proof
Kies voor een lopend buffet. De voordelen:
- Je kind krijgt geen moeilijke vragen over wat hij wil eten
- Hij/zij krijgt geen dingen voorgeschoteld die niet lekker voelen in de mond
- Je kind hoeft niet verplicht lang aan tafel te blijven zitten
Zie ook: Verjaardagsfeestje en autistisch kind: hoe leid je dit in goede banen?
Tip 7 – Sinterklaas: géén verrassingen
Kinderen met autisme houden niet van verrassingen. Zorg dus dat je met Sinterklaas verrassingen vermijdt. Bijvoorbeeld:
- Maak geen verlanglijstjes. Want dan weet een kind nog steeds niet wat het krijgt. Dat is te onvoorspelbaar voor ze.
- Zoek samen de cadeautjes uit. Ik liet dan zien dat ik het had besteld en vertelde dat ze het kregen op pakjesavond.
- Geen gebons op de deuren, geen gestrooi met pepernoten. Sinterklaas is al spannend genoeg. Hou het simpel. Wij deden altijd een speurtocht door het huis, met pepernoten en briefjes met aanwijzingen die ze moesten volgen. Ons motto was: we vieren Sinterklaas wel, maar dan op onze eigen manier. Simpel en zonder stress.
- Wij hebben ook altijd verteld dat Sinterklaas niet bestond. Dat was anders gewoon te spannend.
Tip 8 – Eetpatronen: zorg voor duidelijkheid
Wat voor ons goed werkt, is een duidelijk schema over wat we wanneer eten. Maandag spaghetti, dinsdag stamppot, etcetera.
Maar als het over eten gaat, moet je als ouder ook flexibel kunnen zijn. Veel kinderen met autisme kunnen moeite hebben met de structuur van bepaalde voeding. Onze regel was: één hap van alles proberen. En als dat niet beviel, dan hoefde ze het niet verder op te eten.
Tip 9 – Eten voor de televisie
Voor veel mensen is samen avondeten een belangrijk moment van een dag. Maar ik wist: mijn kinderen zijn rond etenstijd allemaal overprikkeld. Als ze dan ook nog een gesprek moeten voeren, wordt het gewoon te veel. Dus wij eten niet aan tafel, maar lekker op de bank, voor de televisie en dan kijken we een serie.
Zie ook: Mijn kind met autisme eet slecht: wat kan ik doen?
Tip 10 – Laat je kind afmaken waar het mee bezig is
Een kind met autisme heeft een eigen structuur in zijn hoofd. Als hij bezig is met een bouwsel van lego en hij kan daar nog niet van loskomen, geef hem dan die ruimte. Zo werkt zijn hoofd nou eenmaal. Anders ontstaat er onrust. Vijf minuten later eten is geen ramp.
Tip 11 – Geef niet te snel straf
Kinderen met autisme krijgen vaak zat te horen wat ze niet goed doen. Besef dat het meestal geen onwil is als ze iets niet (goed) doen. Of als ze niet luisteren. Waarschijnlijk komt het doordat jij zelf niet duidelijk bent geweest.
Een kind met autisme heeft het nodig dat je heel precies vertelt wat je van hem of haar verwacht. Dus niet: kom je zo eten? Maar: ik wil dat je over vijf minuten komt eten.
Als dat vervolgens niet lukt, wordt dan niet boos. Want dan valt de veiligheid weg. Zeg in plaats daarvan: ‘we blijven het gewoon proberen totdat het je wel lukt’.
Tip 12 – Stel grenzen als je kind zichzelf of iemand anders pijn doet
Voorzichtig zijn met straf geven betekent natuurlijk niet dat je geen grenzen moet stellen. Als je kind zichzelf of anderen pijn doet, moet je dat gedrag begrenzen. Als mijn zoon na een schooldag uit frustratie thuis met stoelen ging gooien, pakte ik hem stevig vast om hem te stoppen en rustig te laten worden. Daarmee trok ik duidelijk een grens, zonder boos te hoeven worden.
Tip 13 – Naar het pretpark: neem de tijd!
Als het kan: blijf dan een nachtje slapen in een hotel in de buurt. Dan kun je je bezoek spreiden over meerdere dagen. Als je kind dan overprikkeld is, ga je gewoon even terug naar het hotel.
Zie ook: Een ontspannen dagje weg met een autistisch kind: zes tips!
Tip 14 – Tip voor een perfect gezinsuitje: het survivalpark
Het is maar net wat bij jullie past, maar al onze kinderen vinden survivalparken heel erg leuk. Het is buiten, dus dan hebben ze minder last van prikkels. En de fysieke uitdaging vinden ze fijn.
Ook andere activiteiten in de buitenlucht werkt goed voor onze kinderen. Maar zorg wel voor genoeg uitdaging. Wandelen in het bos kan te saai zijn, maar een spannende route langs duinen of rotsen kan geweldig zijn.
Wat is jouw beste tip?
Wil jij meepraten over het opvoeden van je kind met autisme? Deel jouw beste tip in het Ouderportaal. Hier delen ouders tips, ervaringen en inzichten over hun leven met een kind met autisme of een andere gedragsprobleem of stoornis.