Op een prachtige woensdagmiddag haal ik Max op bij de Klipper, de kinder- en jeugdpsychiatrische instelling die hem observeert.
Om samen een leuke middag te hebben, heeft de leiding me aangeraden om drie activiteiten voor te stellen aan Max om te gaan doen.
Max mag daaruit kiezen. Zo houd ik het overzichtelijk en heeft Max invloed op de keuze.
Spelenderwijs leren om te winnen en te verliezen
Max is die middag zoals altijd dolenthousiast als hij me ziet. Hij kiest voor voetballen bij de school. We wandelen met de voetbal die ik heb meegebracht richting de grasvelden.
We bezetten ieder een doel en spelen samen, maar tegen elkaar. Ik vraag me af of hij wil dat ik op mijn best speel of dat hij wil dat ik hem laat winnen. Ik kies voor de middenweg.
Soms ren ik me rot om van hem te winnen. Dan maak ik een passeerbeweging en scoor in zijn doel. Als Max voelt dat ik ga scoren, valt hij spontaan languit neer en doet alsof hij huilt van de pijn.
Ik ga er niet op in. In plaats van medelijden te hebben laat ik hem in het gras liggen, terwijl ik aanmoedig: “Kom op joh! Niet vallen! Doorgaan!!!”
Dan scoor ik en hij jammert aanstellerig met een verwijtende ondertoon: “Valsspeler!!!” Even later laat ik hem revanche nemen. Hij maakt een paar prachtige doelpunten en geniet van het succes.
Plotseling slaat de sfeer om
Na een kwartier voetballen geef ik aan dat ik even wil uitrusten. Ik leun tegen een van de doelpalen en laat Max even alleen tegen de bal trappen.
Dit staat hem duidelijk niet aan. Hij is binnen een minuut chagrijnig, trapt boos tegen een doelpaal en begint me zonder aanwijsbare reden uit te schelden alsof ik van alles heb misdaan.
Ik krijg de meest ernstige ziektes en dodelijke verwensingen naar mijn hoofd geslingerd: van kanker tot tyfus en alles ertussenin.
Methode om positief te corrigeren: drie stappen voor duidelijkheid
Om Max’ gedrag te corrigeren, volg ik de uitleg die ik kreeg van de orthopedagogen. Er zijn volgens hen drie stappen die ervoor zorgen dat zijn gedrag kan veranderen:
Stap 1: waarschuwen
Stap 2: gevolg noemen van het verkeerde gedrag
Stap 3: gevolg uitvoeren, dus tot actie overgaan.
Dus dat gaat dan zo:
“Max, ik wil niet dat je zulke lelijke woorden roept.” Hij lapt dit uiteraard volledig aan zijn laars. Sterker nog: het lijkt hem juist aan te moedigen om door te gaan.
Hij pakt een stok van de grond en dreigt ermee te gooien. Dus nu volgt stap twee: de tweede waarschuwing en het noemen van het gevolg daarvan.
Ik zeg: “Max, ik breng je terug naar de groep als je de stok gooit.” Maar Max gaat door. Hij wordt alleen maar bozer. Hij is inmiddels door het dolle heen en niets van wat ik zeg komt nog bij hem binnen.
Binnen vijf minuten ben ik bij stap drie: we stoppen met spelen en gaan naar de groep.
Twijfels of woorden werken
Ik voel me verdrietig en ben teleurgesteld. Niet omdat hij nu terug moet naar de groep, maar omdat ik het gevoel heb dat het stappenplan niet werkt.
Dat frustreert me en maakt me verdrietig en machteloos. Mijn woorden zijn toch niet krachtig genoeg om hem meteen op andere gedachten te brengen.
Misschien moet ik het wel op een andere manier zeggen: strenger, luider. Ik pak Max’ hand en neem hem meteen mee terug naar de groep.
Een middag die - als het aan mij had gelegen - best gezellig had kunnen worden, eindigt jammer genoeg veel te vroeg in een drama.
Waar komt dit gedrag toch vandaan? Het blijft een onbeantwoorde vraag.
Waarschuwen werkt niet
Max realiseert zich dat de voetbalmiddag definitief voorbij is. Hij rent bij me vandaan en vlucht de bosjes in. Daar trekt hij zijn schoenen uit en smijt ze met een grote zwaai een voor een in de dichtbegroeide bosjes.
Alsof ik tegen een muur praat, zo zinloos voelt het, vraag ik Max toch beleefd en dringend: “Wil je je schoenen nú even ophalen?” Mijn zesjarige zoon reageert niet.
De rol van ouder en kind lijkt wel omgedraaid. Ik baan me een weg door de modder, bescherm mijn gezicht voor de laaghangende takken en zoek de schoenen terug.
Max loopt op zijn sokken door de natte aarde, terwijl hij met een stok om zich heen de bosjes stuk slaat en blijft schelden.
Ik doe een poging, maar ik krijg hem niet te pakken.
Als je kind in paniek is, blijf nadenken
Max schreeuwt: “Ik wil dood!!! Ik haat mezelf!!!” Hij grijpt de takken van de struiken en breekt ze af. Hij lijkt bezeten door de duivel.
Plots rent hij in een rechte lijn richting de autoweg en roept herhaaldelijk: “Ik spring wel voor een auto!!!” Snel kijk ik naar links en rechts. De weg is rustig, er komen geen auto's aan.
Ik verhef mijn stem en roep dat hij terug moet komen. Geen reactie. Ik blijf om me heen kijken. Er is nog steeds geen auto te zien. Ik vermoed dat Max goed weet waar hij mee bezig is.
Zelfs in zijn blinde woede zal hij niet voor een auto springen. Dit is toch de laatste druppel, mijn emmer stroomt over. Ik sprint naar hem toe. Zo snel als ik kan.
Grijp hem achter in zijn kraag en laat hem niet meer los. Aan zijn arm sleep ik hem over het voetpad, want hij weigert om te lopen.
Dan gooit hij zichzelf languit op het asfalt. Ik til hem op onder zijn armen. Dertig kilo tillen kost me normaal gesproken weinig moeite, ware het niet dat Max zich tegen man en macht verzet.
Met een handige brandweergreep til ik hem op mijn rug en geeft hij zich eindelijk gewonnen.
Compliment van de orthopedagoog
Met mijn huilende kind op mijn rug loop ik ‘rustig’ terug naar de groep. Bij de groene deur bel ik aan. Het moment dat ik op de bel druk schiet mijn gemoed vol.
Ik zet Max weer op op de grond. Een van de medewerkers opent met een blik vol spijt de deur en zegt tegen Max: “Kom maar even mee, wordt maar even rustig.”
Want Max is ondertussen weer hysterisch, huilt intense tranen en heeft heel veel verdriet. De orthopedagoog die ik op dat moment over het voorval spreek is positief.
“Je hebt heel goed gehandeld”, zegt hij. “Max weet nu waar hij aan toe is en dat je ook uitvoert wat je zegt.”
Het compliment komt niet aan. Ik heb Max iets afgepakt en daar zit ik mee. Ik voel de onmacht bij mezelf en heb medelijden met mijn zoon.
Ik denk ook dat ik geestelijk nog niet klaar ben voor een nieuwe en nuchtere opvoedmethode. Ik ben de wanhoop nabij. Hoe ga ik deze taak als moeder ooit goed volbrengen? Allemaal verstorende gedachten.
Sorry mama, ik zal het niet meer doen!
Als Max tot rust is gekomen hoor ik de medewerkster zeggen: “Goed zo Max. Dan mag je nu naar mama. Je weet wat je tegen mama gaat zeggen hè?
Daarna geef je mama een dikke kus en neem je afscheid, want ze gaat naar huis toe. Vrijdag zie je haar weer.” Jemig wat erg, denk ik. Hoe kan ik dat mijn kind aandoen?
De pedagoog loopt met me mee naar Max. Ik kniel voor hem neer, zodat we op dezelfde hoogte zijn. Aandachtig luister ik naar wat hij me gaat zeggen.
Met een bang stemmetje dat spijt betuigt zegt hij: “Sorry mama, ik zal het niet meer doen.” Ik antwoord: “Dat is goed om te horen Max, daar ben ik blij om.
Het was niet leuk wat er is gebeurd, hè? Ik vind het heel jammer dat de middag zo kort heeft geduurd. Ik beloof je dat we de volgende keer iets leuks gaan doen, goed?”
Fout antwoord. Want mijn belofte geeft indirect aan dat zijn foute gedrag toch beloond zal worden. Dit is mijn eigen les voor vandaag.
Ik kus Max vier keer op zijn wangen en zijn voorhoofd, omhels hem innig en sta dan op. De ervaring heeft me geleerd dat het afscheid beter niet te lang kan duren.
Dit wil ik delen met jou
Wat een middag was dit weer. Van het ene op het andere moment moet je omschakelen: van blij en ontspannen naar streng en focus.
De drie-stappenmethode die ik kreeg aangeleerd om het gedrag van mijn kind op dit soort momenten te corrigeren is makkelijk te onthouden.
Het volhouden, rustig blijven en je emoties de baas blijven is de échte uitdaging. Maar geloof me: de aanhouder wint.
Drie stappen voor duidelijkheid: waarschuwen, gevolg noemen en actie
Er zijn drie stappen die je kunt zetten om heel duidelijk aan je kind te laten zien dat je wil dat het zijn of haar gedrag verandert:
1. Waarschuwen
Geef aan dat je het ergens niet mee eens bent en leg kort uit waarom. Hierbij kun je denken aan het benoemen van mogelijke gevolgen als je kind het gedrag niet verandert.
De waarschuwing: ““Max, ik wil niet dat je zulke woorden roept.” is iets te weinig informatie. Waarom dan? “Wat je zegt is heel lelijk. Daar worden veel mensen verdrietig van.”
Gevolg noemen
Leg uit wat jij gaat doen als het gedrag niet verandert. “Max, ik breng je terug naar de groep als je met stokken gaat gooien,” is een heel duidelijke boodschap.
Actie nemen
Doen wat je in stap 2 hebt gezegd. Dit is een belangrijke (en ook moeilijke) stap. Door daadwerkelijk te doen wat je zegt, zet je je woorden kracht bij.
Je kind vindt dit niet leuk, maar dat is ook de bedoeling. Anders ervaart hij of zij niet de gevolgen van het aanhouden van negatief gedrag.
Het omgekeerde is ook aan de hand: je kind wordt beloond voor goed gedrag.
Herken jij jezelf of je kind in dit verhaal?
En wil je jouw ervaring delen met andere ouders of wil je zelf tips krijgen?
Meld je aan bij ons Ouderportaal. Het Ouderportaal is de plek waar ouders met een kind met gedragsproblemen of stoornis elkaar vinden voor steun en advies. Misschien zie ik je daar?