Hulp of behandeling bij gedragsprobleem, diagnose of stoornis van je kind.

Heeft je kind hulp of een behandeling? Wat doet dat met jou als ouder? Het kan gaan om diverse vormen van hulp. Je kind kan een gedragsprobleem hebben en daar hulp voor krijgen bijvoorbeeld.

Of de hulp bestaat uit de beoordeling van een specialist, die misschien wel of niet met een diagnose komt voor het probleem. Of je kind heeft al een diagnose en wordt daarvoor behandeld.

Een diagnose voor je kind, wat doet dit met je als ouders?

Als je kind een diagnose heeft gekregen, als je weet wat het probleem is waar je kind mee kampt, wat doet dat met jou als ouder? De meeste ouders ervaren het volgende.

Opluchting: Je hebt lang in spanning gezeten, je hebt gepiekerd en je hebt de stress in je lijf gevoeld van het wachten en de zorgen. Nu je weet wat er is, ervaar je opluchting.
Houvast en balans: Nu je weet wat het probleem is, wordt de situatie overzichtelijker. Je hebt houvast aan de conclusie van een deskundige professional. De diagnose geeft balans en houvast in je leven.
Perspectief: Nu je weet wat het probleem is, kun je weer nadenken over de toekomst, je hebt weer perspectief en wordt niet meer alleen maar overspoeld door zorgen en stress.
Handen uit de mouwen: Je beseft dat je eindelijk gericht hulp kunt inschakelen. Je kunt van piekeren overgaan tot actie.

Wat als er geen diagnose is?

Het kan ook gebeuren dat een deskundige professional een beoordeling doet, en concludeert dat er geen diagnose is.

Er is geen duidelijk gedragsprobleem of stoornis te vinden, concludeert hij of zij. Ook dit is een belangrijk moment voor ouders. Wat doet dit met de meeste ouders?

Geen perspectief: Je hebt het gevoel dat je niks opschiet en dat je in de molen blijft. In de molen van tobben en piekeren, hulp vragen, geen hulp vinden, en dus weer tobben en piekeren.
Stress en emoties: het nieuws kan stress in je hoofd en lijf geven. En het kan emoties oproepen zoals boosheid, verdriet en teleurstelling.

Goede hulp voor je kind, wat betekent dat voor jou?

Wat levert het jou op als je kind goede hulp krijgt? En als je goed wordt behandeld door de betrokken hulpverlener(s) als ouder?

Tevredenheid over de hulp aan je kind. Als je tevreden bent over de hulp aan je kind, heb je vertrouwen in de hulpverlener en de aanpak.
Tevredenheid over de relatie met jou. Als er een goede klik is tussen jou en de hulpverlener, voel je je gehoord en gezien. Je krijgt vertrouwen in de aanpak.
Je kind bloeit op. Als je de goede hulp hebt getroffen, zal dat je kind goed doen. Het kan helemaal opbloeien. Dat is natuurlijk fantastisch om mee te maken en het kan je dankbaar stemmen.
Minder stress. Als de hulp goed is, nemen je zorgen en stress af. Er komt meer ontspanning. Dat is goed voor jezelf en goed voor de thuissituatie en dus voor je kind.
Je ervaart duidelijkheid. De hulpverlener bespreekt duidelijke verwachtingen met je. Wat kun je wanneer verwachten en wat juist niet? Hoe voorkom je teleurstelling en hoe kom je tot acceptatie?
Je ervaart gelijkwaardigheid. Bij goede hulp zul je je als ouder niet minderwaardig voelen. Er zal ook begrip zijn voor jou. Je zult je gelijkwaardig en serieus genomen voelen.

De verkeerde hulp voor je kind, wat betekent dat voor jou?

Wat levert het jou op als je kind verkeerde hulp krijgt? En je als ouder niet goed behandeld wordt door de hulpverlener(s)?

Ontevredenheid over de hulp aan je kind. Als je ontevreden bent over de hulp aan je kind, heb je geen vertrouwen meer in de afloop.
Ontevredenheid over de relatie met jou. Als er geen klik is tussen jou en de hulpverlener, voel je je niet gehoord en gezien. Je gaat dan wantrouwend staan tegenover de aanpak.
Je kind heeft er geen baat bij. Als je geen ontwikkeling de goede kant op ziet bij je kind, kan dat je onrustig en ongeduldig maken.
Stress en emotie. Als de hulp niet goed is, kan je stress ervaren, maar ook ergernis, boosheid of onzekerheid.
Je voelt je niet betrokken. Verkeerde hulp kan ook zijn dat je niet betrokken wordt bij beslissingen.
Geen regie. Je kunt ook het gevoel krijgen dat je de touwtjes niet meer in handen hebt. Bijvoorbeeld als er te veel hulpverleners om je heen zijn. Of door snelle wisselingen van hulpverleners.
Je ervaart ongelijkwaardigheid. Je kunt je niet volwaardig behandeld voelen. Je voelt je niet serieus genomen.

Hoe kun je als ouder bijdragen aan goede hulp?

Als je kind hulp nodig heeft, kun je ook als ouder daar een grote rol in spelen. Dat vraagt van jou dat je jezelf onder de loep durft te nemen.

Hoe gedraag ik me? Je bent bereid om aan jezelf te werken als dat nodig is. Je bent bereid mee te werken aan hulp die belangrijk is voor de gezondheid van je kind.